De verwerping recht blijven doen
Prof. dr. W. Verboom doet in een interview dat op 24 november in deze krant stond geen recht aan het leerstuk over de verwerping, stelt ds. A. van Wijk.
De HEERE is vrij, in die zin dat Hij niets aan mij -en dan bedoel ik: op grond van iets van mijzelf, als zondig mens- verplicht is. Maar Hij heeft Zich wel verplicht -dat is de essentie van Zijn verbond!- iedere zondaar of zondares die komt genadig te horen. Daarom is dit de weg: „Ziet, hier zijn wij, wij komen tot U, want Gij zijt de HEERE, onze God!” (Jeremia 3:22).De HEERE zegt niet dat wij Hem ’vrij’ moeten laten als het over Zijn beloften gaat - zoals ik helaas meer dan eens door gemeenteleden heb horen beweren. Integendeel: Hij heeft gezworen bij Zichzelf, dat Hij geen lust heeft aan de dood van de goddeloze. Hij hoort graag Zijn eigen beloften! En zo moet ik komen, en zo mag ik met verwachting komen, belijdend dat ik geen enkel koopgeld heb, juist zo zal ik -op grond van het bloed van Gods Zoon- even welkom zijn als de verloren zoon! De God van het verbond sprak: „Doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen!”
Wenen
Na het bovenstaande -vanuit de praktijk van prediking en pastoraat- de volgende reactie op het interview met prof. dr. W. Verboom van donderdag 24 november in deze krant: dat de Heiland weende over Jeruzalem heeft iedere dienaar van het Evangelie veel te zeggen. Spreken over verkiezing en verwerping mag nooit dienen om de prediking van Wie Christus is en wat Hij kwam doen, in de schaduw te zetten.
Prof. dr. Verboom merkt op dat het alleen dankzij Gods eeuwige verkiezing is dat het Woord vrucht zal dragen. Daarmee stem ik in: de Schrift leert dat het heil geheel bij God vandaan komt! Je kunt zeggen: anders zou er ook in 2005 geen mens komen op de nodiging van de vrienden van de Bruidegom en gaan geloven.
Verwerping
In zijn spreken over de verkiezing valt prof. dr. Verboom de Dordtse Leerregels dus bij. Anders wordt het als het gaat over de eeuwige verwerping, zoals daarin wordt beleden. Hij komt met een alternatief: „God verwerpt alleen die Hem verwerpt.”
Dat Gods voorbijgaan van anderen niet slechts een reageren is op hun ongeloof, blijkt echter uit Romeinen 9:10-23. Uit vers 18 blijkt dat Hij ook verhardt. Ik noem ook het slot van 1 Petrus 2:8: „…ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn.” Iemand schreef over het laatste tekstgedeelte: „Nadat de mens gesteld is voor de keus tussen geloof en ongehoorzaamheid, blijkt achteraf zelfs hardnekkige ongehoorzaamheid aan het Woord niet buiten Gods raad en voorkennis te vallen” (dr. P. H. R. van Houwelingen).
Het gaat in genoemde Schriftplaatsen niet over de verkondiging van het Evangelie. Het wordt aan hen die in Christus hun heil vonden geschreven, en wel om hun te laten zien hoe het komt dat er anderen zijn die niet geloven. Hun ongeloof wordt echter totaal niet verontschuldigd.
De context is dus spreken tot degenen die geloven, er wordt geen verwerping gepreekt. In de Schrift -en in de Dordtse Leerregels- wordt deze leer dan ook op geen enkele wijze in mindering gebracht op de liefelijke nodiging van het Evangelie.
Wel krijgen ongelovigen tot hun beschaming te horen dat niemand kan komen tenzij dat de Vader diegene trekt (Johannes 6:44 en 65). Maar ook dat dient niet om de roeping van het Evangelie te verduisteren. Voor de verkeerde conclusie, dat ik niet zou moeten -en mogen- komen tot het Lam van God, moeten we vuurbang zijn, ik gaf het in mijn inleiding al aan.
De nodiging van het Evangelie wordt ruim in de Dordtse Leerregels beleden. Omdat wat daarin geleerd wordt over de verwerping ook op de Schrift is gebaseerd, blijft dat wel overeind staan. Niet daardoor gaat het in de prediking verkeerd, wel als we -hoe dan ook- met de nodiging van het Evangelie geen ernst maken!
Afwijzen
Mijn conclusie is: de paradox van prof. dr. Verboom -gaat het over verwerping, dan valt niets meer te zeggen dan dat God besloot te reageren op de keus van wie ongelovig blijft door diegene wegens diens ongeloof te verwerpen- komt niet uit de Schrift op en lost ook niets op. Zijn paradox heeft een behoorlijk hoog redeneergehalte. Wat hij de Dordtse Leerregels op dit punt verwijt, doet hij zo zelf. Hij veronachtzaamt daarbij een bepaald Schriftgegeven dat door de Dordtse Leerregels wel recht wordt gedaan. Zijn paradox is dan ook op grond van de Schrift af te wijzen.
Ondertussen mogen alle dienaren van het Evangelie het de Meester nazeggen: „Och, of gij ook bekende in deze uw dag, wat tot uw vrede dient!” En met veel meer andere woorden mogen we betuigen en vermanen: „Wordt behouden van dit verkeerd geslacht!” Mensen, niet beter of waardiger dan de anderen, zullen komen en zij zullen roemen in Gods liefde, geopenbaard in Zijn Zoon, in Zijn eeuwige ontferming!
De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente in Herkingen.