„Arbeidsdeskundigen leveren broddelwerk”
Arbeidsdeskundigen, die de mate van arbeidsongeschiktheid van zieke werknemers moet vaststellen, leveren broddelwerk.
De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) pleit woensdagochtend in het vernietigende rapport ”Geschikt of ongeschikt” voor verbetering van de kwaliteit van de uitvoering van de WAO-beoordeling. Jaarlijks worden ruim 60.000 zieke werknemers beoordeeld door een arbeidsdeskundige.
Deze hebben „onvoldoende oog voor de unieke situatie van elke cliënt. Hierdoor is onzeker of een juiste mate van arbeidsongeschiktheid en daarmee een juiste uitkering wordt vastgesteld.”
Het feit dat het arbeidskundige deel van de WAO-beoordeling tekortschiet, is niet alleen de arbeidsdeskundigen zelf aan te rekenen, stelt de IWI. Zo gaan de instructies voor arbeidsdeskundigen onvoldoende in op de samenhang van alle aspecten die relevant zijn voor het berekenen van een uitkering. Verder vraagt de inspectie zich af of er wel voldoende is geïnvesteerd in de ontwikkeling van arbeidskundige kennis. Ook worden er wellicht te hoge eisen aan arbeidsdeskundigen gesteld.
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), verantwoordelijk voor de uitvoering van de WAO-beoordeling, heeft inmiddels het initiatief genomen tot een inventarisatie van maatregelen ter verbetering. Volgens het UWV zouden de onderzoeksbevindingen echter „geen algemene geldigheid” hebben.
Het rapport van de IWI is een vervolg op een onderzoek naar het werk van keuringsartsen, dat twee jaar geleden werd vastgesteld. Daaruit bleek dat de werknemer grote invloed heeft op het resultaat van de WAO-keuring omdat hij voor de keuringsarts de belangrijkste informatiebron is.