Twee schilderijen
Wat zullen wij hiervan zeggen? De vriendelijke omhelzingen waarmee Jezus de Zijnen omhelst, zijn zoet en zielsverwijdend. O, hoe is het hart dan verwijd! Hoe huppelt de ziel! Hoe zingt de keel van vrolijke gezangen!
Wat kunnen we van deze gevoelige genietingen nog meer vertellen? Zij zijn onuitsprekelijk en onbeschrijfelijk en laten zich meer ondervinden dan met woorden uitdrukken. Het kan niet anders zijn of Jezus moet aldus gevonden worden door degenen die Hem vroeg zoeken. Hij nodigt de heilbegerige tot Zich: „Wendt u naar Mij toe en wordt behouden.”Zou Hij hen dan kunnen wegstoten en ongetroost van Hem laten weggaan? Hij heeft meer begeerte tot des mensen behoud dan dat zij zelf hebben. Waartoe is Hij in de wereld gekomen? Nergens anders toe dan om verloren, doch door Gods genade bij Hem heil en zaligheid zoekende zielen op te zoeken en te zaligen.
Nu zult u begerig zijn te weten welke mensen hier deel aan hebben. Zie onze tekst: liefhebbers en vroege zoekers van Jezus, en dat zonder onderscheid van staat, rang of ouderdom. Dit zet u aan tot een nauwkeurig onderzoek of u zich onder zulke mensen mag rekenen of niet. U neemt dan twee schilderijen in de handen. Het eerste van Jezus’ liefhebbers en het tweede van de vroege zoekers.
U vergelijkt zichzelf daarmee en bekijkt welke wezenlijke trekken u bij uzelf kunt vinden.
Eduard Meiners predikant te Emden (”Christus alles en in allen”, 1738)