U wilt niet
Er is niet één godsdienstige plicht of de mens kan die dagelijks doen, al is het uit eigenliefde of uit vrees. God heeft deze hartstocht voorbedacht in de ziel gelaten. Ja, ik beken het, het is niet genoeg ter zaligheid. Ieder mens kan meer goed doen dan hij doet en kan meer kwaad laten. Hij doet het echter niet omdat hij niet wil.Geveinsden kunnen ver gaan en schrikken voor de hel, ja zij mogen zich onthouden van zeer veel zonden uit vreze voor deze eeuwige gloed. Kunt u zeggen dat u de zonden niet kunt laten, hoewel u vreest voor Gods oordeel? U kunt de zonden wel laten om door de mensen gezien te worden. Kan de vrees voor Gods oordeel u dan niet terughouden van het zondigen? U durft de wetten van de koning niet te overtreden uit vrees voor de galg. Kan de vrees voor de hel u dan niet terughouden het overtreden van Gods wetten? Zult gij Mij niet vrezen, zegt de Heere, en zult gij voor Mijn aangezicht niet beven? Als u ziek bent en op sterven ligt, dan wilt u Hem wel vrezen. Ja, dan wilt u wel een nieuw schepsel wezen.
Kunt u hier niet doen wat God u gebiedt? Ja, u kunt het wel, maar u wilt het niet! Indien er een wet in dit land was waarin stond dat diegene wordt opgehangen die niet ’s morgens en ’s avonds met zijn huisgezin bidt, ik durf te zeggen dat er dan miljoenen belijders meer in Engeland zouden zijn.
William Fenner, predikant te Rochfort
(Moedwillige onbekeerlijkheid, 1661)