Dr. Paul: Vuuroordeel Sodom is een feit
De verwoesting van Sodom en Gomorra is onlosmakelijk verbonden met het geheel van Genesis en heeft alles te maken met de historiciteit van het gehele boek. Dat zegt oudtestamenticus dr. M. J. Paul naar aanleiding van het congres over Sodom en Gomorra dat maandag in Groningen plaatshad. Daar werd de vuurbrand gezien als een mythisch ingekleed verhaal.
Dr. Paul, verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), is niet verbaasd dat hij deze geluiden uit Groningen hoort. „In Nederland is deze gedachtegang algemeen geaccepteerd geworden, in tegenstelling tot diverse onderzoekers in Amerika die aan de historiciteit van deze feiten vasthouden. Vanaf de negentiende eeuw is het gangbaar om de geschiedenis van het Oude Testament op te vatten als verhalen.”
De titel van het symposium ”Verhaal en receptie” vindt Paul al veelzeggend. „In beide begrippen komt de historiciteit nauwelijks aan bod. Het gaat om een verhaal, maar de vraag of het historie is geweest wordt al niet meer gesteld. Het enige alternatief is dat je de historiciteit aanvaardt, vanuit het geloof of als hypothese, en dan van daaruit wetenschap bedrijft. De vorm van wetenschap die je kiest is afhankelijk van je levensovertuiging. De vraag is of je bereid bent Genesis te geloven in de beschrijving van de feiten.”
Het bezwaar van dr. Paul tegen de opvatting van onder meer prof. E. Noort is dat de samenhang van het boek Genesis is losgelaten. „Het gaat in dit boek dan slechts om losse overleveringen. Maar het verband van het boek laat een duidelijke historische lijn zien en geeft ook veel historische bijzonderheden, zoals blijkt uit het verblijf in Egypte en de geschiedenis van Jozef. Abraham krijgt te horen dat de ongerechtigheden van de Amorieten, oftewel de Kanaänieten, groot waren. Maar de maat was nog niet vol. Tot zolang moest het volk Israël als vreemdeling in Egypte verkeren.”
Het gaat in Genesis 18 niet zozeer om de vraag hoe de verhouding tussen de rechtvaardigen en de goddelozen is, zoals prof. Noort stelde, maar om de aard en de menigte van de zonden. „De zonden moesten gestraft worden en Israël zou het land Kanaän ten erfdeel krijgen. Overigens zou het oordeel van uitroeiing ook het volk Israël treffen wanneer het deze zonden zou doen. In het moderne onderzoek legt men ook vaak nadruk op de huidige canonieke samenhang van de teksten. De overleveringen zouden doelbewust geplaatst zijn in de huidige theologische samenhang.”
Een ander punt dat voor dr. Paul zwaar weegt is de vondst van kleitabletten in Ebla (Syrië) uit 2200 voor Christus. Op die kleitabletten, die in 1975 zijn ontdekt, zijn de namen van de vijf steden uit Genesis 14 genoemd: Sodom, Gomorra, Adama, Zeboïm en Bela/Zoar. Zelfs de naam van een van de koningen staat vermeld, aldus de vertaler G. Pettinato. Paul: „Ook dat is een duidelijk argument voor het bestaan van deze steden. Andere kleitabletten in het Midden-Oosten geven ook informatie over de allianties tussen kleine vorsten die er in die tijd tussen 2000 en 1700 voor Christus zijn geweest, wat weer overeenkomt met gegevens uit Genesis. In latere tijd kwamen de allianties van Genesis 14 niet meer voor.”
Verder zijn er verschillende natuurkundige onderzoeken gepleegd die licht kunnen werpen op de verwoesting van deze steden. Recent zijn er bijvoorbeeld door duikboten in de Dode Zee restanten van gebouwen ontdekt. Uit geologisch onderzoek van F. Clapp en anderen blijkt een hoog gas- en zwavelgehalte van de bodem. „De vlakte van de steden lag zo laag dat er door aardbeving openingen kunnen zijn ontstaan waardoor gassen naar boven kwamen. Er hoefde maar een enkele vonk te zijn ontstaan om de hele zaak te laten ontbranden. Vandaar dat er vuur en zwavel regende. De gaswolken kwamen eerst naar boven en daalden als vuur en sulfer vervolgens naar beneden.”
Dr. Paul: „Ik wil hiermee geen natuurlijke verklaring geven, maar God heeft deze natuurlijke gebeurtenissen kunnen gebruiken voor Zijn directe ingrijpen.” Zo interpreteert dr. Paul ook het gegeven dat de vrouw van Lot tot een zoutpilaar wordt. „Het bevel niet om te kijken was meer dan een verstandig advies”, zo kritiseert hij de opmerking van prof. J. N. Bremmer tijdens het symposium, „omdat hier sprake is van ongehoorzaamheid aan het gebod van God. Maar het hoeft niet zo zijn dat Lots vrouw direct een zoutpilaar werd bij het omkijken. Aannemelijk is dat ze eerst overdekt werd met vuur en sulfer, die toen overal neerregenden.”
Dr. Paul zegt dat het bestaan van de Dode Zee niet het gevolg is van de vuurbrand, want in Genesis zelf zijn er al asfaltputten. Wel is het aannemelijk dat de vijf steden rond het gebergte aan de zuidvlakte van de Dode Zee gesitueerd waren. Het zuidelijke gedeelte van de Dode Zee viel soms droog, waardoor de putten van asfalt en mineralen ontstonden. Hier streden de met elkaar verbonden koningen. In later tijd stond dit gedeelte weer onder water. Vanaf het gebergte vond de toevoer van zoet water naar de steden plaats. De steden waren welvarend geworden, onder meer door de handel in mineralen en asfalt.
„Deze archeologische gegevens bewijzen niet de waarheid van de geschiedschrijving in Genesis, maar vormen wel een aanwijzing voor de ouderdom van bepaalde overleveringen. Iemand als prof. D. N. Freedman is daarom ook de historiciteit van het boek Genesis veel hoger gaan waarderen.”
De zonden van Sodom en Gomorra hadden alles te maken met seksualiteit, daarvan is Paul overtuigd. „In het algemeen worden de zonden van Sodom en Gomorra als zeer zwaar aangeduid. Dat duidt op meer dan sociale zonden. Sodom en Gomorra zijn echter niet alleen vanwege de homoseksualiteit omgekeerd. Het oordeel over deze steden stond al vast voordat de mannen van Sodom de twee gasten van Lot belaagden. Het oordeel werd al genoemd tijdens het gesprek van de engel met Abraham.”
De steden zijn wel een voorbeeld van goddeloosheid geworden. „Door de hele Bijbel heen wordt de homoseksualiteit afgewezen. Het ligt voor de hand dat degene die daar moeite mee heeft, de zonden van homoseksualiteit niet in verband wil brengen met het oordeel van God over deze steden.”
Sodom en Gomorra hebben een spreekwoordelijke functie gekregen in de geschiedenis der kerk als een voorbeeld van seksuele ontaarding, amoraliteit en zedeloosheid. „De straf van vuur en zwavel is niet voor niets een associatie, afbeelding, van de helse straf. Toch worden Sodom en Gomorra in een andere zin zelfs tot voorbeeld gesteld. Jezus Zelf zegt dat het Sodom en Gomorra verdraaglijker zal zijn in de dag des oordeels dan Nazareth. De verwerping van het Evangelie is dus een ergere zonde.”