„RK-Kerk geeft Westen draai om de oren”
ROME - De eis van het Vaticaan om praktiserende homoseksuelen, mannen met „diepgewortelde” homoseksuele neigingen en mannen die zich in de homo-scene begeven, te weren van de priesteropleiding, is terecht. Dat vinden zowel de Nederlandse bisschoppen als de in Rome wonende priester Antoine Bodar.
De instructie van de Congregatie voor de Katholieke Opvoeding is dinsdag gepubliceerd. De pedofilieschandalen in de Rooms-Katholieke Kerk in de Verenigde Staten en Europese en Latijns-Amerikaanse landen zijn mede aanleiding geweest voor het opstellen van de tekst.Homoseksuelen moeten drie jaar in seksuele onthouding hebben geleefd, voordat zij tot de diakenwijding worden toegelaten, aldus het document. Deze wijding gaat ongeveer één jaar vooraf aan de priesterwijding. De richtlijnen gelden niet voor priesters die al in functie zijn. Ook zij zijn uiteraard gehouden aan het celibaat, of ze nu homo- of heteroseksueel zijn.
De instructie benadrukt dat de Rooms-Katholieke Kerk „diep respect” heeft voor homoseksuelen. De tekst maakt een onderscheid tussen een diepgewortelde homoseksuele geaardheid en „de uiting van een voorbijgaand probleem.”
Wat de instructie voor de praktijk op de Nederlandse priesteropleidingen betekent, is volgens de woordvoerder van de bisschoppenconferentie nog niet duidelijk. Deskundigen zoals kerkjuristen en de leiding van de seminaries moeten zich nog over de interpretatie van de tekst buigen.
Duidelijk is wel dat de eis van drie jaar onthouding voor de diakenwijding geen gevolgen heeft voor de Nederlandse priesterstudenten. De diakenwijding heeft meestal in het zesde jaar van de opleiding plaats. Aangezien kandidaten geacht worden gedurende de gehele opleiding celibatair te leven, hebben ze dan als het goed is al ten minste vijf jaar van onthouding achter de rug.
Bezorgd
Het Werkverband van Katholieke Homo-Pastores reageerde „bezorgd” op de instructie. „Het kerkelijk leergezag blijft zich baseren op een achterhaalde visie op homoseksualiteit als ongeordende realiteit die tegen de natuurwet indruist”, constateert de organisatie.
Priesterstudenten die er tijdens hun opleiding achterkomen dat ze homoseksueel zijn, zullen tussen wal en schip belanden, vreest het werkverband. „Zijn ze eerlijk over hun geaardheid, dan dreigen ze van de opleiding verwijderd te worden. Kiest men voor het priesterschap, dan zit daar een keuze voor het grote zwijgen aan vast.” Het ontkennen of onderdrukken van de seksuele geaardheid omwille van de roeping tot het priesterambt zal volgens het werkverband juist leiden tot het „onheil” dat de instructie wil bestrijden.
De gepubliceerde Vaticaanse instructie, zo schrijven de Nederlandse bisschoppen, merkt „het onderhouden van homoseksuele betrekkingen, actieve deelname aan de homobeweging en diepe homoseksuele tendensen” aan als specifieke beletsels voor een leven als celibatair priester. Het Nederlands episcopaat benadrukt dat sterke seksuele drijfveren, of zij nu „van homoseksuele of heteroseksuele aard” zijn, de vraag kunnen oproepen of een priesterkandidaat wel perspectief heeft op een geslaagd leven van seksuele onthouding.
Signaal
De priester en cultuurhistoricus Antoine Bodar billijkt het document. „Dat lieden die homoseksualiteit in de praktijk brengen, worden uitgesloten van het seminarie, is evident. Want volledige onthouding in kuisheid wordt van eenieder gevraagd die begint met een opleiding tot priester”, aldus Bodar op de website katholieknederland.nl.
Volgens Bodar wil het Vaticaan met deze instructie een signaal afgeven dat de kerk seksueel wangedrag door geestelijken bij de wortel wil aanpakken. „Ook wil de kerk de westerse wereld een draai om de oren geven. Zij keert zich tegen de homoseksualisering van de cultuur, met name tegen de stommiteit van het homohuwelijk, dat natuurlijk geen huwelijk is.”
Bodar is van mening dat vanuit het ideaal van de schepping „de volledig heteroseksuele man idealiter de priester” is. „Hij kan volledig naar het ideaal de Christus vertegenwoordigen die -in plaats van Hem- als bruidegom werkelijk tegenover de gemeenschap als bruid kan staan.”