Mensenrechten buiten handelspact Iran
Iran kan met de Europese Unie gaan onderhandelen over een handelsakkoord zonder dat Teheran extra scherp op mensenrechten moet letten.
In een nog te sluiten handelsverdrag zal geen speciale bepaling over handhaving van de mensenrechten, politieke dialoog en strijd tegen terrorisme worden opgenomen.
Wel streeft de EU naar een verdrag, waaraan een losse bepaling over humanitair beleid en terreurbestrijding zal zijn gekoppeld. Daarmee willen de EU-ministers van Buitenlandse Zaken de hervormingsgezinde president Khatami tegemoetkomen.
Onder druk van de Verenigde Staten en Israël streefden Nederland en Duitsland maandag tijdens overleg van de bewindslieden in Luxemburg nog wel naar een zogeheten gemengd akkoord, waarin ook clausules over mensenrechten staan. Minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken bleef echter op het laatste moment alleen staan in zijn verzet, waardoor hij toch akkoord moest gaan met de aparte verklaring, stelden EU-diplomaten.
De Amerikaanse regering is hier geen voorstander van, omdat zij Iran als een van de vier landen van de ”as van het kwaad” beschuldigt van betrokkenheid bij terrorisme. In die optiek past een harde aanpak van het Iraanse regime.
Van Aartsen noemde ook de rol van Iran bij de financiering van radicale anti-Israëlische organisaties zoals Hamas. De Nederlandse minister signaleerde daarom toch een lichtpuntje in de vorm van een noodremprocedure waarmee de Commissie instemde. Als de politieke dialoog met Iran over bijvoorbeeld de strijd tegen het terrorisme fout loopt, zal de Europese Commissie de ministers daarover inlichten en voorstellen de onderhandelingen over het handelsakkoord stop te zetten, of als er al een akkoord is, om dat eventueel op te zeggen. „Het gaat niet om de vorm, maar om de inhoud”, volhardde Van Aartsen.