„Zo evenwichtig, zo pastoraal ook”
SCHIEDAM - Al een tijd liep hij met de gedachte om een dagboek bij de Dordtse Leerregels te publiceren. Inmiddels ligt het er, onder de titel ”Zicht op Dordt”. „Ik ben zo heel bang dat wij de reformatorische leer zoals die ons is overgeleverd aan het kwijtraken, aan het verkwanselen zijn.”
We moeten terug, zegt ds. N. van der Want, „naar Schrift en belijdenis. Natuurlijk, allereerst naar de Schrift, naar Gods Woord. De belijdenisgeschriften blijven menselijke geschriften. Maar in die geschriften wordt de leer van de Schrift op een bijzonder heldere manier samengevat.”De belijdenisgeschriften hebben hem altijd al na aan het hart gelegen, zegt de predikant, die verbonden is aan de vrije hervormde gemeente in Schiedam (en plannen heeft om zich aan te sluiten bij de Hersteld Hervormde Kerk). „Ook in Roemenië, waar ik een aantal jaren heb gewerkt, heb ik uitgaven ervan verzorgd, in het Hongaars en in het Roemeens. Na de omwenteling was er een schreeuwende behoefte aan goede lectuur naast de Bijbel. Mensen gingen de Bijbel lezen, maar misten eigenlijk, net als de kamerling, een uitlegger. En waar vind je de Bijbelse leer beter verwoord dan in de belijdenisgeschriften?”
De Drie Formulieren van Enigheid zijn in vrijwel elk Bijbeltje te vinden. Maar, constateert ds. Van der Want, ze worden nauwelijks gelezen. „Te veel mensen weten niet wat er in de belijdenisgeschriften staat. Slaan ze nooit eens open. Met alle gevolgen van dien. Wat dat betreft vind ik het ook bijzonder jammer dat het steeds vaker voorkomt dat er, vooral in de vacaturebeurten, in de zondagmiddagdiensten niet meer uit de Heidelbergse Catechismus wordt gepreekt.”
In ”Zicht op Dordt” heeft de predikant uit Schiedam een van de Drie Formulieren, de Vijf Artikelen tegen de Remonstranten, in 366 stukjes verdeeld. „Daardoor biedt dit dagboek”, aldus de achterflap, „de mogelijkheid gedurende een jaar kennis te maken met dit nog altijd actuele belijdenisgeschrift.”
Woord voor woord kroop hij door de Canones van Dordrecht heen. Zijn bewondering voor de opstellers nam alleen maar toe. „Zo evenwichtig, zo pastoraal ook. Neem alleen al die bekende paragraaf I, 17, over de zaligheid van jonggestorven kinderen. Die is met zo’n wijsheid verwoord, en zo praktisch.”
En zo kunnen de Dordtse Leerregels als geheel worden getypeerd, aldus ds. Van der Want. „Ook de inzet bijvoorbeeld, de eerste paragrafen. Zo doordacht. Magistraal.”
Op een studiedag, twee jaar geleden, werd de vraag gesteld in welk opzicht de God van de Bijbel nu eigenlijk verschilt van Allah, die, zo belijden moslims, óók verkiest die hij wil en verwerpt die hij wil.
Fel: „Die vergelijking gaat in genen dele op. „Maar hierin is de liefde Gods geopenbaard”, zegt hoofdstuk I, paragraaf 2 van de Dordtse Leerregels, „dat Hij Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” Dáár ligt het grote verschil, hét breekpunt tussen het christendom en de islam, en alle andere religies. God heeft Zijn Zoon in de wereld gezonden.”
De God van de Bijbel ís geen despoot, zoals Allah, stelt ds. Van der Want. „Onlangs zat ik Jesaja 30 te bestuderen. Vers 18 trof mij toen geweldig. „En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij.” Wachten - in het Hebreeuws staat het er nog indringender: „Ik verlang naar u.”
En ik denk dat een predikant het zo ook mag zeggen. „Milde handen, vriend’lijk ogen, zijn bij U van eeuwigheid.” Dat is wat de Schrift zegt, en wat ik in de Dordtse Leerregels zo schoon verwoord vind. De oorzaak of schuld van het ongeloof, zegt hoofdstuk I, paragraaf 5, ligt geenszins in God -omdat Hij mij niet heeft uitverkoren- maar in de mens.”
Studeren
„We moeten weer gaan lezen, weer gaan studeren”, zegt de predikant, die zich al jaren bezighoudt met de bestudering van het jodendom (inmiddels is het manuscript klaar van zijn vuistdikke boek ”Van welken Mozes in de wet geschreven heeft en de profeten”, met als ondertitel: ”Over de Joodse achtergrond van de evangeliebeschrijvingen”; en hij is alweer bezig aan een volgend boek: ”Zie, wij hebben Hem verwacht. Messiaanse verwachtingen in het Jodendom”.) „We moeten ons weer gaan verdiepen in de gereformeerde leer. Als we nu op zondag, voordat de dienst begint, in plaats van om ons heen te kijken eens een stukje lezen in de belijdenisgeschriften?”
Want ze zijn zó actueel, zegt ds. Van der Want. „Als je dan leest dat steeds meer jongeren uit de reformatorische kerken bijeenkomsten als de EO-jongerendag bezoeken, vind ik dat een heel zorglijke ontwikkeling. En precies in de Dordtse Leerregels vinden we een tegengif tegen wat daar verkondigd en gezongen wordt.”
Er is nóg een reden om de belijdenisgeschriften weer open te slaan, zegt hij. „De opkomst van de islam. In Schiedam en omgeving staan tal van moskeeën. Tien kilometer verderop komt de grootste moskee van Europa. En dat merken we, ook als gemeente. Pas drukte de koster me een brochure in handen. Was door zijn brievenbus gestopt. Pure evangelisatie. In de folder waren allerlei christelijke geloofswaarheden op een rijtje gezet, die vervolgens werden ’weerlegd’ door teksten uit de Koran. De conclusie was venijnig: Zie je wel dat de Bijbel niet klopt? En juist dan blijkt hoe broodnodig het is dat we weten wat de Schrift zegt, en wat de belijdenisgeschriften zeggen, over de Drie-eenheid bijvoorbeeld.”
Aleid Schilder
Bij het schrijven van het dagboek heeft ook een persoonlijke reden een rol gespeeld, zegt de predikant. „Twee jaar geleden kreeg ik last van een zware depressie. Ik kon mijn werk bijna niet meer doen, en lezen en studeren vielen me zwaar. Op een dag zat ik wat in mijn zakbijbeltje te bladeren, en kwam ik terecht bij de Dordtse Leerregels. Ik werd getroffen door de rijkdom die er in dit belijdenisgeschrift ligt. In de weken daarna ben ik het gaan lezen en herlezen.
Als ik ooit heb ervaren dat de beschuldiging van Aleid Schilder dat de reformatorische leer van de uitverkiezing tot depressiviteit leidt níét waar is, was het toen. Integendeel zelfs. Vooral de paragrafen waarin wordt gesproken over de verkiezing en de volharding der heiligen zijn me toen tot troost geweest, en hebben aan mijn herstel bijgedragen. Opnieuw werd me duidelijk dat ik mijn zaligheid niet in mijzelf hoef te zoeken, maar dat die van eeuwigheid vastligt in Christus. En dat Christus de Zijnen ook tot het einde toe bewaart.
Daarna heb ik besloten om wat ik zelf in de Dordtse Leerregels had gevonden, door te geven aan anderen.”