Dat was vrijdag te horen tijdens een debat over de vrijheid van meningsuiting en smaad, georganiseerd door de opleiding journalistiek van de Christelijke Hogeschool Ede. Met het minisymposium nam de opleiding afscheid van docent recht en ND-journalist J. Cordia.Spreker was mr. drs. M. Kreyns, werkzaam bij de BDU en lid van de Raad voor de Journalistiek. Hij besprak de vrijheid die een columnist in Nederland heeft. En die is groot, zo bleek uit de voorbeelden die hij noemde.

Zoals een column van Luuk Koelman in Metro, waarin deze een erotische verhouding veronderstelde tussen Yasser Arafat en Gretta Duisenberg. „Onnodig grievend en beledigend”, zo oordeelde de kortgedingrechter in eerste instantie. „Absurd, en daarom juist humoristisch”, vonniste later echter de rechtbank.

Kreyns citeerde ook wijlen Theo van Gogh, met zijn voor christenen uiterst grievende „rotte vis”citaat. Dit liet de columnist volgen door een nogal banale kwalificering van moslims, waarmee hij hun verweet bestialiteiten te plegen. Beide leidden niet tot een veroordeling.

Al met al zijn negatieve uitspraken van een rechter over een column met een vergrootglas te zoeken. Logisch, vindt Kreyns, „want de Europese rechter besliste al in de jaren zeventig dat een column mag schokken, kwetsen of mensen mag verontrusten.”

Kreyns: „Als lid van de Raad oordeel ik niet over goede smaak. Maar als privépersoon vindt ik het merendeel van de Nederlandse columns slecht: Bot, flauw, saai en niet zelden veel te grof.”

Docent J. Snel hekelde de liberale „monocultuur” waarin de Raad voor de Journalistiek zich volgens hem bevindt. „Het is een beperkte groep met toch vooral hetzelfde liberale gedachtegoed. De Raad is niet breed: er zit bijvoorbeeld geen moslim in, en ook geen SGP’er.”