Oost-Europa sterker op transportgebied
HILVERSUM (ANP) - Nederlandse transportbedrijven verliezen steeds meer terrein op Oost-Europese concurrenten. „Wij kunnen geen beschermende folie leggen over onze opgebouwde positie”, luidde de harde boodschap van M. van der Harst, voorzitter van Transport en Logistiek Nederland (TLN), zaterdag op het jaarcongres van de belangenvereniging.
De transportsector maakt volgens Van der Harst zware tijden door. De winstgevendheid staat onder grote druk. Dat heeft te maken met de concurrentie uit vooral Oost-Europa, die door lage lonen vaak goedkoper werkt dan Nederlandse bedrijven.De Nederlandse transportsector moet aanvaarden dat voor het goederenvervoer van A naar B in de toekomst vaker buitenlandse ondernemingen worden ingeschakeld. „Hoe pijnlijk dat ook is”, zei Van der Harst. Het is volgens hem niet reëel „dat wij onze positie over de hele linie volledig kunnen vasthouden.”
De TLN-voorzitter ziet nog wel kansen voor Nederland, maar de branche moet hard knokken om deze te kunnen benutten. Bedrijven moeten hun strategie „grondig onder de loep nemen” en zich de vraag stellen of ze niet moeten stoppen met bepaalde activiteiten.
Van der Harst deed bovendien een beroep op de vakbonden. Er zijn volgens hem flexibeler arbeidsvoorwaarden nodig. TLN wil bijvoorbeeld dat chauffeurs die tijdens dubbelbemande ritten niet achter het stuur zitten, 85 in plaats van 100 procent van het loon uitbetaald krijgen.
Ook actie van de overheid is gewenst, zei Van der Harst. Veruit de belangrijkste bijdrage van de overheid is volgens hem een goede infrastructuur. Maar zelfs de enorme bedragen die minister Peijs van Verkeer heeft uitgetrokken voor de wegen, ongeveer 30 miljard euro tot 2020, zijn „onvoldoende om een vlotte doorstroming te bewerkstelligen”, zei de voorzitter.