Gaven van de Geest
Het opinieblad CV.Koers publiceerde begin deze maand een onderzoek onder predikanten naar de charismata, de gaven van de Heilige Geest. De enquête leverde opvallende resultaten op.
Een ruime meerderheid van de deelnemende predikanten, afkomstig uit de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Nederlands Gereformeerde kerken, de Gereformeerde Bond en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, denkt dat veel christenen ’onder de maat’ leven, doordat zij „zich niet laten vervullen met de Geest.” Acht van de tien predikanten vinden dat we ook in dezen open moeten staan voor bijzondere gaven als tongentaal en profetie en een aanzienlijk deel heeft daar zelf ervaring mee.Er moet trouwens wel een kanttekening gemaakt worden bij dit onderzoek. De enquête is gebaseerd op een achtste van de predikanten uit genoemde kerken. Dat kunnen we niet echt een representatief onderzoek noemen.
Hoe dan ook, het onderwerp stond donderdag centraal op een studiedag in Ede. Bijzonder onderdeel daarvan was het moment waarop twee mensen naar voren kwamen. Na gebed en een minuut stilte vertelden enkele deelnemers in de zaal welke profetische woorden ze voor dit tweetal hadden ontvangen, als „een cadeautje van de Heer.”
Wat moeten we hiervan denken? Is dit de zegen van Pinksteren, die in de kerken van de Reformatie tot nu toe onder het stof heeft gelegen? Is dit de bevrijding van het keurslijf van de kerkhervormers, dat eeuwenlang de adem van de Geest afknelde?
Het is waar dat er, al of niet in de vorm van een symposium, genoeg aanleiding is om ons te verdiepen in de gaven van de Heilige Geest. De geestelijke dorheid, niet het minst in kerken van de Reformatie, is zo groot dat er zonder twijfel behoefte is aan de werking, de doorwerking van die Geest. Echter, als de huidige geesteloosheid de reden is voor zo’n congres, dan ligt het niet voor de hand om zich te concentreren op allerlei bijzondere gaven, maar juist op de gave van de Geest om het werk van de Heere Jezus toe te passen in de harten van zondaren. Christus beloofde dat nadrukkelijk in Johannes 16: Hij zal overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Daarnaast leidt Hij in al de waarheid. De Geest paart zich immers aan het Woord. Het Woord dat verkondigd wordt in de gemeente. Bijbels is het ook te zeggen dat de Geest nooit de aandacht op Zichzelf richt. Het is de Geest Die uitgaat van de Vader en de Zoon, zegt de geloofsbelijdenis van Nicea.
Met de gaven van de Geest mogen we niet experimenteren. En we kunnen ze ook niet organiseren. Ze worden als vanzelf zichtbaar bij hen die hun toevlucht hebben gevonden bij Christus als hun Borg en Zaligmaker. Opvallend is dan ook dat de apostel Paulus in Galaten 5 spreekt over de werken van het vlees en over de vrucht van de Geest. Wat het vlees betreft: dat zijn wérken. Maar als de apostel over de Geest spreekt, heeft hij het over vrúcht. En een vrucht groeit spontaan.
Ondertussen blijft er reden te over om de Heere te bidden of Hij met Zijn Geest de doodse, dorre hof van ons kerkelijk leven wil doorwaaien. Opdat we niet zullen wandelen naar het vlees, maar naar de Geest.