Binnenland

„Euthanasiewet strijdt met mensenrechten”

ROTTERDAM - Stemt de Nederlandse euthanasiewet overeen met de internationaal geldende mensenrechten? Die vraag stond vrijdag, tijdens een debat dat het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NCJM) organiseerde, centraal. Juristen, artsen en ethici gaven hun mening. „Het euthanasiedebat van 2002 was te ideologisch getoonzet. Tegenwerpingen zijn daardoor genegeerd.”

Van onze verslaggever
25 November 2005 23:26Gewijzigd op 14 November 2020 03:13

Volgens het laatste evaluatieonderzoek naar de euthanasiewet gaan artsen jaarlijks zo’n 3600 keer over tot levensbeëindiging op verzoek van de patiënt. Slechts ongeveer de helft van die gevallen leggen ze echter ter beoordeling voor aan de daarvoor in het leven geroepen toetsingscommissies. „In feite plegen artsen dus jaarlijks 1800 keer valsheid in geschrifte”, oordeelt de Rotterdamse docent gezondheidsrecht mr. dr. E. H. Hulst.Dat de euthanasiewet niet functioneert, is volgens Hulst zonneklaar. „Waarom”, zo oppert hij, „geven we de Inspectie voor de Gezondheidszorg geen toegang tot de dossiers van overleden patiënten? De samenleving heeft er recht op te weten wat er is gebeurd in al de gevallen die niet worden gemeld.”

Ook de Groningse docent gezondheidsrecht mr. dr. drs. W. Duijst brengt de terughoudendheid van artsen in verband met de thans bestaande regelgeving. Zij richt haar pijlen vooral op de meldingsprocedure. Deze schrijft voor dat de arts verslag moet doen van de door hem gevolgde besluitvorming, zodat de toetsingscommissie later kan nagaan of de voorgeschreven zorgvuldigheidscriteria zijn gevolgd.

Dat het verslag dat de arts aanlevert later, in een eventuele strafrechtprocedure, tegen hem kan worden gebruikt, is volgens Duijst onjuist. „Het strijdt met het beginsel dat een verdachte niet hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling.” Duijst vraagt zich af waarom Nederland in 2002 toch voor deze constructie koos. „Zijn we niet te veel uitgegaan van de moed van de arts om zich te durven verantwoorden? Artsen die twijfelen of ze zich aan de regels hebben gehouden, melden zich nu waarschijnlijk niet.”

De Rotterdamse gezondheidsjurist mr. dr. drs. M. Buijsen constateert dat de Nederlandse euthanasiewet vaak is gelegitimeerd met een verwijzing naar het zelfbeschikkingsrecht. Buijsen betwijfelt of dat terecht is. „Het zelfbeschikkingsrecht is een filosofisch concept, geen erkend juridisch recht.”

Buijsen krijgt bijval van ChristenUnie-voorman Rouvoet, die zich het in 2002 gevoerde euthanasiedebat nog goed kan herinneren. Volgens hem was dat te ideologisch getoonzet. „Ik proefde de sfeer dat niemand op mijn tegenargumenten hoefde te reageren, omdat ik nu eenmaal christelijk ben. Zo was er niemand die palliatieve sedatie in de terminale fase openlijk durfde te aanvaarden als alternatief voor euthanasie. Dat zou de nieuwe wet kunnen ondergraven, zo werd gedacht.”

De politicus is verbaasd dat de verhouding tussen de euthanasiewet en de internationale mensenrechten nu pas ter sprake komt. „Het was logischer geweest om daar eerder bij stil te staan.” Een recent rapport van het VN-mensenrechtencomité toont volgens Rouvoet alsnog het gelijk van critici aan. „Dat rapport beveelt aan de euthanasiewet grondig te evalueren. Ik hoop dat het nu ook gebeurt. De wet was niet bedoeld om de levensbeëindiging op verzoek netjes te regelen. Het ging erom dat de toetsbaarheid van de euthanasiepraktijk zou worden vergroot.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer