Familie Janmaat eist herziening vonnis
De nabestaanden van de onlangs overleden oud-politicus Janmaat handhaven de eis dat diens veroordeling vanwege discriminatie moet worden herzien, ondanks het overlijden van Janmaat. Dat heeft zijn weduwe, mevrouw W. Schuurman, desgevraagd meegedeeld.
De zaak ligt op dit moment bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg.
Vanaf 1982 zat Janmaat drie periodes in de Tweede Kamer voor de Centrumdemocraten, die vooral bekendheid kreeg als een antibuitenlanderpartij. Op 9 juni overleed het oud-kamerlid.
Janmaat werd in 1997 veroordeeld vanwege rassendiscriminatie. Tijdens een demonstratie had hij gezegd: „Wij schaffen, zodra wij de mogelijkheid en de macht hebben, de multiculturele samenleving af.” Hiervoor werd Janmaat veroordeeld tot 7000 gulden boete.
Janmaat vond dat het politieke klimaat het afgelopen jaar echter compleet was veranderd. Veel meer politici zouden zich negatief uitlaten over de multiculturele samenleving, maar zonder te worden vervolgd. Als concrete voorbeelden noemde hij -de eveneens overleden- Pim Fortuyn en CDA-leider Balkenende.
Begin dit jaar diende Janmaat bij de Hoge Raad een verzoek tot vernietiging van het vonnis uit 1997 in. „Het strafrecht gaat nu veel soepeler om met de vrijheid van meningsuiting dan in de jaren negentig”, licht de advocaat van Janmaat, mr. L. van Heijningen, toe. „Maar het recht moet wel consequent zijn. Uitspraken die in 1997 strafbaar waren, moeten dat nog steeds zijn.”
De Hoge Raad oordeelde in april dat het verzoek niet-ontvankelijk was. In mei legde Janmaat dit besluit voor aan het EHRM. „We hebben een brief geschreven naar Janmaats weduwe met de vraag of ze de zaak wil doorzetten”, zegt een woordvoerder van het Europees hof. Mevrouw Schuurman heeft inmiddels dus besloten dit te doen.
Het EHRM kan uitspraken van Nederlandse gerechtshoven niet ongedaan maken, maar kan wel dringende adviezen geven. In dit geval zou dat betekenen dat de Hoge Raad alsnog het verzoek van Janmaat in behandeling zou moeten nemen. Van Heijningen: „Het Europees hof beslist dus niet inhoudelijk over de zaak. Het trekt alleen de procedure bij de Hoge Raad weer vlot.”
Drie dagen voor zijn overlijden stuurde Janmaat nog samen met zijn vrouw een brief naar het gerechtshof in Den Haag om de klachten van de advocaten Spong en Hammerstein over de vermeende ”demonisering” van Pim Fortuyn, vooral door te zetten. Ook zij hadden „vanaf 1980 aan criminalisering en demonisering blootgestaan”, schreef Janmaat. Als het hof niet zou optreden, zouden zij „nog erger hebben te vrezen dan tot nu toe.”
In 1998 heeft Janmaat voor het Europees hof geprobeerd de eerlijkheid van de Nederlandse verkiezingen aan te vechten. Volgens hem was daar enorm mee gefraudeerd om zijn partij, de Centrumdemocraten, buiten de deur van de Tweede Kamer te houden. Die klacht is in Straatsburg niet-ontvankelijk verklaard.