Bij 9 procent van de gevallen is waarschijnlijk of zeer waarschijnlijk de verloskundige zorg tekort geschoten. Dit blijkt uit een gisteren in Zeist gepresenteerd onderzoek van het College voor Zorgverzekeringen en de commissie Perinatal Audit. De uitkomsten wijken ernstig af van het rapport dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vorige maand publiceerde. Volgens het RIVM was de babysterfte in Nederland hoger dan in vijftien andere Europese landen, omdat er meer zwangere vrouwen uit risicogroepen zijn, zoals rokers en allochtonen.Onderzoeksleider prof. J. Merkus wees dat argument donderdag in NRC Handelsblad van de hand. Volgens hem zijn er in Denemarken veel meer rokende moeders en zijn er in Engeland ook veel allochtonen en scoren die landen veel beter dan Nederland. Volgens het onderzoek uit 2003 lag het sterftecijfer in Nederland op 7,4 per 1000 baby’s, terwijl het bijvoorbeeld in Engeland 5,3 was.

De commissie onderzocht de zogenoemde perinatale sterfte in de regio’s Amsterdam, Midden- en Noordoost-Brabant en Zuid-Limburg. Hieruit bleek dat de cijfers waar men zich altijd op baseerde te laag zijn. Niet alle babysterfte wordt geregistreerd en dat kan beter, zo toonde de commissie aan.

Verder analyseerde de commissie de medische dossiers van 228 overleden baby’s. Daaruit bleek bijvoorbeeld dat 84 kinderen waren overleden door een afwijking aan de placenta, bijvoorbeeld doordat die losliet of door een bloeding. Dit geldt als een doodsoorzaak waar goed iets aan te doen is.

Tekortschietende zorg betrof onder meer onduidelijke afspraken tussen zorgverleners, maar ook een te afwachtend beleid bij het minder voelen van leven in de buik van een zwangere vrouw. Dat laatste kan echter ook komen door een niet op tijd aan de bel trekken van de moeder. Overigens ontkennen de onderzoekers niet dat roken of overgewicht een rol kan spelen. Ook die invloeden werden in het onderzoek aangetroffen.

De commissie pleit er voor om jaarlijks ongeveer 300 sterfgevallen te analyseren, om te leren van de fouten en de kwaliteit van de perinatale zorg te verbeteren.