Lightrailtreinen kunnen op spoorlijnen rijden
ROTTERDAM (ANP) – Lightrailtreinen kunnen ook rijden op bepaalde stukken van het spoornet. Het gaat om de lijnen waar nu alleen met dieseltreinen kan worden gereden en het proefbaanvak Gouda–Alphen aan den Rijn. Dit heeft minister Peijs van Verkeer en Waterstaat woensdag gezegd in Rotterdam. De minister gaf daar het startsein voor het boren van een tunnel voor de Randstadrail, een lightrailsysteem dat Rotterdam verbindt met Den Haag en Zoetermeer.
Volgens Peijs zijn dure aanpassingen op het spoor niet nodig als lichte treinen, vergelijkbaar met metrotreinen, er ook gebruik van maken. Het kan binnen de bestaande veiligheidseisen, zei de bewindsvrouw. Ze wil wel dat lokale en provinciale overheden gezamenlijk aanbestedingen gaan doen bij de aanschaf van lightrailmaterieel. Bij de bestelling van één trein gaapt de industrie alleen maar, aldus Peijs.De minister was verlaat aangekomen op het bouwterrein van de boortunnel. Ze had in een file gestaan op de A13. Volgens de Rotterdamse wethouder Stefan Hulman bewees de vertraging van Peijs de noodzaak van goed, snel en comfortabel openbaar vervoer in de Randstad.
De tunnel waar het in Rotterdam woensdagmiddag allemaal om ging is de eerste geboorde tunnel in een stedelijk gebied in Nederland. De tunnelboormachine, die volgens traditie eerst werd ingezegend en werd gedoopt als Pandora, graaft zich in negen maanden tijd richting het Centraal Station in Rotterdam, een afstand van 2,4 kilometer.
Daarna gaat de machine weer naar het beginpunt bij het St. Franciscus Gasthuis voor het boren van de tweede tunnelbuis. In het derde kwartaal van 2008 moet de lightrailverbinding gereed zijn en kunnen reizigers vanuit Den Haag op het vernieuwde OV–knooppunt bij Rotterdam CS overstappen op trein, metro, tram of bus.
De eerste reizigers kunnen volgend jaar september al terecht bij de Randstadrail. Dan gaan de lightrailtreinen rijden op de Hofpleinlijn en de Zoetermeerlijn. De totale kosten van het project bedragen 1,1 miljard euro waaraan het ministerie van Verkeer en Waterstaat 850 miljoen euro bijdraagt.
Volgens Peijs is het systeem van snelle, lichte treinen tussen de drie steden een goed voorbeeld van samenwerking tussen gemeenten. „Samenwerking is de sleutel van succes. Ik heb er alle vertrouwen in. We hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen; een beter OV. Ik zal me daar in elke geval 100 procent voor inzetten", aldus de bewindsvrouw. Ze zei te streven naar een metro–achtig openbaarvervoersysteem waarbij reizigers nooit meer in een spoorboekje hoeven te kijken, maar er zeker van zijn dat er om de paar minuten een trein aankomt.