Promovendus bepleit verruiming euthanasiewet
LEIDEN - De bestaande euthanasiewet, die bepaalt dat de arts het laatste woord heeft, moet worden ingetrokken. Artsen moeten zich bij het nemen van een euthanasiebeslissing sterker laten leiden door de vraag hoe de patiënt zijn lijden ervaart.
Dat betoogt mr. drs. F. Hamburg, docent besliskunde en neurowetenschappen aan de Hogeschool Rotterdam, die donderdag aan de Universiteit Leiden promoveert.In zijn proefschrift constateert Hamburg dat de toepassing van de huidige euthanasiewet onherroepelijk zorgt voor willekeur. De belangrijkste oorzaak daarvan is volgens hem dat artsen nu niet beschikken over „objectieve, wetenschappelijk” aanvaarde criteria met behulp waarvan ze de ”kwaliteit van leven” kunnen bepalen. „Dit leidt ertoe dat artsen geen eenduidige beslissingen nemen in gevallen van euthanasie.”
Een databestand waarin euthanasieverzoeken die artsen krijgen voorgelegd worden opgeslagen, kan volgens Hamburg zorgen voor meer eenduidigheid. In dat bestand moet zijn terug te vinden of het stervensverzoek wel of niet is ingewilligd én in welke toestand de patiënt in kwestie ten tijde van zijn euthanasieverzoek verkeerde. Voor dat laatste is volgens Hamburg een „internationaal aanvaarde” vragenlijst beschikbaar, die door de patiënt zelf moet worden ingevuld.
Om het databestand van eerdere euthanasieverzoeken en -beslissingen te kunnen koppelen aan een nieuw geval ontwierp Hamburg een computermodel dat artsen moet ondersteunen bij het nemen van een beslissing. Volgens de Universiteit Leiden, waar Hamburg promoveert, zorgt het model voor een „doorbraak” en luidt het voor juristen én artsen een geheel nieuwe periode in.
Ook de euthanasiearresten van de Hoge Raad zijn volgens Hamburg „wezenlijk inconsistent.” Daarbij doelt hij met name op het arrest-Brongersma uit 2002 en het arrest-Chabot uit 1994. In de zaak-Chabot bepaalde de Hoge Raad dat het leven van een vrouw die „ontroostbaar” leed aan verlieservaringen, mocht worden beëindigd.
Huisarts Sutorius, die gehoor gaf aan de stervenswens van oud-senator Brongersma, die levensmoe was, was volgens de Hoge Raad terecht veroordeeld, omdat de arts pas in beeld komt bij ziektes die als zodanig zijn erkend en geregistreerd.
De kritiek van Hamburg sluit aan bij die van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), die het arrest-Brongersma als „historische vergissing” beschouwt.
Prof. dr. J. Legemaate van de artsenorganisatie KNMG en prof. dr. H. Jochemsen van het Lindeboom Instituut wijzen het voorstel van Hamburg af.