Aardrijkskunde nodig voor wereldburgerschap
Het vak aardrijkskunde is van levensbelang voor een goede integratie en voor een goed burgerschap, voor allochtoon en autochtoon, dat zei Henny Helmich vrijdag tijdens de Onderwijsdag van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) in Zwolle.
Wat mij betreft zou het probleem van het tekort aan kennis van de Nederlandse bevolking als geheel kunnen worden opgelost door een verplichte bijscholing vanuit de discipline van de aardrijkskunde. Een mondiale inburgeringscursus.Ik ben beducht voor de herziening van de Tweede Fase waarbij wellicht vakken worden geschrapt of gereduceerd. Ik las dat de Minister van Onderwijs vindt dat geschiedenis, bijvoorbeeld, dan tot de robuuste vakken moet gaan behoren, met als redenering dat je alleen overzicht van geschiedenis kunt hebben als je ook kennis hebt van de tijdvakken. Kennis is ondergewaardeerd, zegt de minister. Ik hoop van harte dat ze aardrijkskunde ook als robuust vak zal aanmerken, omdat het overzicht dat mensen zouden moeten krijgen over de sociale en natuurlijk mondiale verbanden niet kan worden gekregen zonder kennis uit dit vak. Dat hebben wereldburgers nodig om te kunnen begrijpen hoe ze in de wereld staan en wat de andere mensen en de fysieke en levende aarde daarmee van doen hebben.
Ik vraag aandacht voor hoezeer een aantal huidige tendensen in de publieke meningsvorming onder Nederlandse bevolking leidt tot een samenleving die zich afsluit van haar geschiedenis, maar ook van haar internationale omgeving. Voor een samenleving die veel van haar welvaart ontleent aan de economische, sociale, culturele en ecologische verbinding met de wereld om ons heen is dat potentieel rampzalig.
Bovendien, zonder informatie over wat Nederland (overheid, particulieren en bedrijfsleven apart én samen) in deze wereld aan positieve resultaten weet te bereiken en wat daarvan het belang is in het licht van de urgente wereldproblemen, zullen Nederlanders ook minder in staat zijn hun persoonlijke bijdrage daaraan te kunnen inschatten. Ook zullen ze het belang van hun persoonlijke en collectieve bijdrage niet kunnen bepalen.
Aardrijkskunde zoals dat op dit moment beoefend wordt, is voor het tegenhouden van deze rampzalige tendens een onmisbaar onderdeel!
De auteur is directeur Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO).