Kerk & religie

Waken

Waakt dan, zegt Christus. Waken en slapen staan tegenover elkaar in het lichaam. Ze worden hier oneigenlijk op de ziel toegepast. De plicht van waken wordt in Gods Woord op talrijke plaatsen geboden en sluit verschillende zaken in. Doch wij zullen erop letten welke wacht de Zaligmaker hier op het oog heeft.

18 November 2005 19:39Gewijzigd op 14 November 2020 03:11

In twee gelijkenissen komt dit woord waken voor. Daar is het waken van een wachter op een toren, van een soldaat op de wallen van een stad. Daarmee wordt bedoeld dat Gods kinderen op hun hoede moeten zijn tegen de geestelijke vijanden. Er is ook een waken van een dienstknecht op de komst van zijn heer, zoals uitgebeeld in de gelijkenis in Markus 13. „Gelijk een mens buitenslands reizende….” Onze Heere is gereisd naar de hemel en heeft elk van ons zijn plichten bevolen. Hij heeft ons gezegd dat Hij zal wederkomen, maar niet wanneer. Hij heeft ons aan de deur gesteld om te waken. Zo waakt dan, zegt Christus, want gij weet niet wanneer de heer des huizes komen zal. Nu, beide vormen van dit waken, én tegen onze vijanden én op de komst van de heer, om als hij komt bereid te zijn, worden ook gevonden in de gelijkenis van de maagden, in Matthéüs 25.O, waakt dan, opdat u niet onbekwaam bent om uw Heere op te wachten. Het eerste dat dit waken vereist, is een waar geloof, ondersteund door de hoop. Deze kaars moet in dit huis waar hij de wacht houdt, branden. Dat wij bovendien onze tijd naarstig zouden doorbrengen met oefeningen van deugd en godzaligheid.

Petrus van der Hagen, predikant te Amsterdam (”Verzameling van predikatiën”, 1681)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer