Binnenland

Politiek wil geen debat over Papoea

DEN HAAG - Kabinet en Kamer voelen niets voor een politiek debat over onafhankelijkheid voor Papoea naar aanleiding van het dinsdag gepresenteerde boek van historicus dr. P. J. Drooglever over de voormalige kolonie. De Nederlandse politiek wil de Papoea’s geen valse hoop geven en beschouwt de zeggenschap van Indonesië over Papoea als een vaststaand feit.

Redactie politiek
16 November 2005 10:03Gewijzigd op 14 November 2020 03:10

Drooglever constateert in zijn boek dat de volksraadpleging in 1969 over de staatkundige toekomst van Nieuw-Guinea, zoals Papoea eerst heette, een „schijnvertoning” was. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Van Aartsen vroeg Drooglever in 1999 de studie te gaan schrijven, na vragen van GPV-Kamerlid Van Middelkoop en SGP’er Van den Berg.Van Aartsen nam het boek dinsdag in ontvangst. Hij vindt dat de „indrukwekkende wetenschappelijke analyse” niet „in politieke sferen” mag worden getrokken. Met andere woorden: het mag geen politieke consequenties hebben voor de opstelling van Nederland ten opzichte van Indonesië en Papoea. Ons land moet zich niet sterk gaan maken voor politieke onafhankelijkheid voor de Papoea’s. „Gedane zaken nemen geen keer”, betoogde de VVD-aanvoerder. Hij vindt een Kamerdebat over het boek overbodig. VVD’er Van Baalen betoogde dinsdag in de Volkskrant ook dat de geschiedenis niet is terug te draaien omdat de VN destijds de volksraadpleging hebben bekrachtigd.

In de Tweede Kamer vinden behalve de VVD ook het CDA en de PvdA dat het rapport geen aanleiding is voor een debat over de grenzen van Indonesië. Wel moet dat land doorgaan met de speciale autonomiewet voor de provincie Papoea.

De aanvrager van het onderzoek, Van Middelkoop, stelde dinsdag net als Van Aartsen dat Drooglevers studie „geen politiek document” is. Hij hoopt dat de discussie over het boek zich niet richt op onafhankelijkheid voor Papoea, maar op de ontwikkeling van het gebied. De ChristenUnie-senator hekelde de afwezigheid van de huidige minister van Buitenlandse Zaken, Bot, bij de boekpresentatie. „Hij had er wel moeten zijn. Nederland heeft al te lang met de rug naar de Papoeabevolking gestaan.”

Bot ziet Drooglevers boek slechts als een „zuiver academische studie.” Het onderzoek laat onverlet dat de regering de bestaande situatie als vertrekpunt neemt, schrijft hij aan de Kamer. „Papoea is onderdeel van Indonesië, wiens territoriale integriteit volledig wordt gerespecteerd. Daarnaast blijft Nederland aandacht vragen voor een daadwerkelijke verbetering van de situatie van de Papoea’s”, onder meer door een correcte uitvoering van de speciale autonomiewet.

SGP’er Van der Staaij stelt dat de politiek Drooglevers boek niet zomaar kan afdoen als een academische studie zonder politieke consequenties, maar dat er een Kamerdebat over de studie moet worden gehouden. Nederland heeft „een ereschuld’’ jegens de Papoea’s, vindt hij, en ons land moet zich daarom maximaal inspannen om zo veel mogelijk recht te doen aan de wens van de Papoea’s om zichzelf te besturen. Van der Staaij zal de studie aan de orde stellen bij de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken in de loop van volgende week.

Dat is ChristenUnie-Kamerlid Huizinga ook van plan. Voor het zo ver is, wil ze eerst een reactie van de regering op het boek van Drooglever. Ze vindt het „winst” dat de studie zwart op wit stelt dat er gemanipuleerd is met de volksraadpleging in Papoea.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer