Bedrijf verkiest Susanne boven Özlem
DEN HAAG - Ambitieuze dame van 25 jaar zoekt werk. Pas afgestudeerd als bedrijfseconome aan de Universiteit van Tilburg en al een hbo-opleiding international business op zak. Het lijkt een cv om je vingers bij af te likken. Die vindt vast zo een baan. Mis! „Pas toen ik me in plaats van Özlem Susanne noemde, werd ik uitgenodigd voor mijn eerste sollicitatiegesprek.”
Komen autochtone jongeren door de economische malaise van de laatste jaren al moeizaam aan de bak, allochtone jongeren hebben in hun zoektocht naar een baan een lantaarntje nodig. Zelfs voor degenen met een goede opleiding zijn de kansen op de arbeidsmarkt vaak nihil.Özlem Coban kan erover meepraten. Nadat de Turkse eerder al een hbo-opleiding international business voltooide, studeerde ze in 2003 af als bedrijfseconome aan de Universiteit van Tilburg. Özlem lijkt een pareltje op de arbeidsmarkt. Toch ondervond ze tijdens haar sollicitatiepogingen structureel discriminatie door potentiële werkgevers.
„Zes maanden lang heb ik driftig gesolliciteerd. De ene brief na de andere ging de deur uit. Uitnodigingen om op gesprek te komen kreeg ik echter niet. Totdat ik mij in vijf brieven voordeed als Hollandse Susanne. Al de volgende dag werd ik gebeld door vertegenwoordigers van drie bedrijven.”
De mondige Özlem trok onmiddellijk aan de bel bij voorzitter Hans de Boer van de Taskforce Jeugdwerkloosheid, een werkgroep die de ministeries van Sociale Zaken en Onderwijs twee jaar geleden oprichtten om voor het einde van de huidige kabinetsperiode 40.000 extra banen voor jongeren te scheppen. De Boer: „Of die jongeren nu wit, geel of zwart zijn maakt me niks uit. Özlems klacht vroeg om actie. Want behalve tot discriminatie leidt dit ook tot economische verspilling.”
De Boer liet het voorbeeld van de benadeelde Turkse eens vallen in een gesprek met zijn „goede vriend” Martin van Pernis, bestuursvoorzitter van Siemens Nederland. Het duo was het al snel eens en startte samen de actie ”Adopteer een CV” om hoogopgeleide allochtone jongeren met bedrijven in contact te brengen. Tijdens een luxe zakendiner bij Siemens vroeg Van Pernis zijn aanwezige relaties die belangstelling hadden voor een „hoogopgeleide allochtoon” hun visitekaartje achter te laten. Het bleek een succes. Van Pernis: „Van de 300 aanwezigen dropten er 142 hun kaartje.”
Dinsdag presenteerde het duo de resultaten van de informele actie aan Minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie). De bewindsvrouw beloofde op haar beurt het probleem hoog op de agenda te zetten. „Discriminatie kan echt niet. Geef me de namen van bedrijven die allochtone jongeren weren. Ik ben dan de eerste die naar zulke werkgevers stapt om verhaal te halen.”
Van de 142 deelnemende jongeren vonden er 37 een baan en een veertigtal heeft uitzicht op vast werk. Al met al een mager resultaat, erkent ook De Boer. „Niet alle werkgevers hielden zich aan hun afspraak. Er zijn weinig ondernemers in het land die niet vinden dat deze jongeren aan het werk moeten en toch is er maar weinig concrete actie.”
Maar ook de allochtone jongeren zelf treft blaam. „Ruim 140 cv’s. Het lijkt weinig maar ik kan u verzekeren: het was een crime om eraan te komen. Die jongeren moeten zichzelf massief op de kaart zetten via een soort bemiddelingsplatform. Hoogopgeleide allochtonen zijn nu veel te mistig op de arbeidsmarkt aanwezig. Daarnaast moesten we alle deelnemers natuurlijk ook goed screenen, je kunt hele nette mensen niet opzadelen met een stel boefjes.”
Ook zouden allochtone jongeren meer moeten „mixen” op school, meent De Boer. „Op schoolpleinen staan Surinamers bij Surinamers, Turken bij Turken en Marokkanen bij Marokkanen. Da’s niet zo slim. Zo kom je nooit aan een netwerk als opmaat voor een baan.”
Özlem, die inmiddels werk vond als business analist bij elektronicagigant Samsung, onderschrijft dit gemis aan een goed netwerk bij veel allochtone leeftijdsgenoten. „Wat hierbij ook een rol speelt is dat onze ouders vaak werken als simpele productiekracht, terwijl vaders en moeders van autochtonen vaak hoger op de maatschappelijke ladder klimmen. Wij missen de ingangen bij bedrijven die veel autochtone jongeren wel hebben.”