Conflict in coalitie over abortuswet
DEN HAAG - In de coalitie dreigt een conflict over de abortuswetgeving. VVD en D66 willen het liefst gemaakte afspraken in het regeerakkoord over naleving van zorgvuldigheidseisen ongedaan maken. Het CDA geeft niet toe.
De onenigheid tussen de regeringspartijen kwam maandagavond naar buiten na de presentatie van de evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap. VVD en D66 steunen het voorstel van de evaluatiecommissie om de vaste duur van vijf dagen bedenktijd los te laten en deze afhankelijk te maken van de individuele omstandigheden van de vrouw.CDA-Kamerlid Buijs noemt het verdwijnen van de bedenktermijn „onwenselijk.”
VVD en D66 kunnen een wetswijziging afdwingen, want ze hebben steun van alle linkse oppositiepartijen.
ChristenUnie en SGP zijn tegen versoepeling van de wet. Het liefst willen zij van de wet af, maar als daar geen meerderheid voor is, willen de fracties dat abortusartsen de zorgvuldigheidscriteria zorgvuldig naleven. Rouvoet (CU) vindt dat het kabinet vast moet houden aan de vijf dagen bedenktijd. Artsen moeten die periode gebruiken om alternatieven, zoals adoptie of hulpverlening, met de vrouwen te bespreken.
Ook SGP-fractievoorzitter Van der Vlies wil niets weten van flexibilisering van de bedenktermijn: „De waarborg die de beraadtermijn nog biedt tegen een overhaaste abortus, wordt ingeruild voor een willekeurige en vage norm. Dit brengt de rechtsbescherming van het kind nog verder in gevaar.”
Staatssecretaris Ross van Volksgezondheid benadrukte maandag in haar eerste reactie dat ze „op dit moment geen reden heeft om af te wijken van de beraadtermijn.” Vorige week wilde de CDA-bewindsvrouw zich niet vastleggen op strikte naleving van de zorgvuldigheidseisen. Het kabinet reageert in maart inhoudelijk op het evaluatierapport.
De abortusartsen zijn blij dat de commissie versoepeling van de vijfdagentermijn bepleit, zei K. van Bunningen van het Nederlands Genootschap van Abortusartsen. Hij hoopt dat PvdA, GroenLinks, VVD en D66 zich niet laten weerhouden hun wens door te drukken.
Er is alle reden voor bedenktijd bij abortus, stelt drs. L. P. Dorenbos, directeur van de stichting Schreeuw om Leven, echter. „Abortus is een zaak van leven en dood.”
Uit onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg blijkt dat artsen in veel gevallen onvoldoende informatie over de aard en mogelijke gevolgen van een abortus geeft. Schreeuw om Leven dringt er daarom op aan dat artsen verplicht worden alle informatie over een abortus aan ongewenst zwangere vrouwen te geven.
Veel vrouwen hebben na hun abortus emotionele problemen, blijkt uit recente publicaties. Dorenbos pleit ervoor dat er een grondig onderzoek naar deze problemen komt.
Ook woordvoerster G. A. Ledegang van de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) bepleit grondig onderzoek. „Onderzoek wijst al uit dat het angstvallig weghouden van informatie over verwerkingsproblemen averechts werkt.”
De vereniging keert zich tegen het morrelen aan de bedenktermijn. „Dat kan leiden tot minder weloverwogen keuzes. Het moet juist zorgvuldiger, ook in de doorverwijzing door huisartsen. Voor hen zijn we een nascholingstraject aan het opzetten. Het is ook ten onrechte dat de commissie geen aandacht wil besteden aan het nader omschrijven van noodsituaties.”
„De discussie gaat ons aan het hart”, zegt Ledegang. „Je praat over onomkeerbare beslissingen over menselijk leven. Daarom is het terecht dat de commissie overtijdbehandelingen in de abortuswet wil onderbrengen.”