Kamp laat zich niet opjagen door NAVO
DEN HAAG - Minister Kamp van Defensie is niet van plan zich te laten opjagen door NAVO-secretaris-generaal De Hoop Scheffer. Die maande het kabinet zaterdag in deze krant snel de knoop door te hakken over de inzet van extra militairen in Afghanistan. „Snelheid is niet in het voordeel van De Hoop Scheffer en de NAVO.”
Dat zei Kamp desgevraagd tegen deze krant in reactie op de uitspraken van de NAVO-topman.Het kabinet heeft in NAVO-verband gesproken over het sturen van ongeveer 1000 militairen volgend voorjaar naar de gevaarlijke provincie Uruzgan in Afghanistan. Kamp noemt die operatie „uitdagend.” Een dergelijke missie brengt echter grote risico’s met zich mee „en die moet je zorgvuldig in kaart brengen.”
Daar zijn minister Bot van Buitenlandse Zaken en Kamp nu mee bezig. „Als we dat snel moeten doen, zullen we eerder geneigd zijn te zeggen: we doen het niet”, waarschuwt Kamp. „Wij willen niet snel of langzaam een besluit nemen, maar we hakken de knoop op het juiste moment, na een goede voorbereiding, door.” Dat kan eventueel snel, verzekert hij. „Als het moet, voorzien de procedures er in dat dat binnen nu en tien dagen kan.”
De Hoop Scheffer stelde zaterdag verder dat het „gedoe” tussen Buitenlandse Zaken en Defensie snel afgelopen moet zijn. De afgelopen weken ging het gerucht dat Kamp en Bot het niet eens zijn over de extra inzet in Afghanistan. Kamp bestrijdt dat: „Het overleg tussen de departementen gebeurt in goede harmonie. De relatie is uitstekend en als dat in de rest van de kabinetsperiode zo blijft, ben ik tevreden. Er is tussen Bot en mij geen onvertogen woord gevallen.”
Dat het ministerie van Buitenlandse Zaken het voortouw neemt bij de besluitvorming over uitzendingen, vindt Kamp niet meer dan logisch. „Die rolverdeling moet zo blijven; daar zou ik niks aan willen veranderen.” Dat zijn departement door ambtenaren van Buitenlandse Zaken soms denigrerend „de ijzerwinkel” wordt genoemd, stoort de defensieminister. „Als ik het idee krijg dat er geringschattend over Defensie wordt gesproken, trappen ze mij op mijn ziel.”