Zware straffen voor betrokkenen bij opstand in Andijan
TASJKENT (AP) – De hoogste rechtbank van Oezbekistan heeft maandag zware straffen uitgedeeld aan de vijftien moslims die terecht moesten staan wegens betrokkenheid bij de opstand in de stad Andijan, in mei van dit jaar. Vijf verdachten werden veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf, één kreeg 18 jaar, drie kregen 17 jaar, twee 16 en de overige vier ieder 14 jaar cel.
Alle vijftien hebben een bekentenis afgelegd. Zij bekenden een gewapende opstand te hebben ontketend met het doel een islamitische staat te vestigen, onder het mom van een volksrevolutie. Volgens de aanklagers zijn zij lid van de islamitische groep zakenlieden Akramia. Akramia zou banden onderhouden met de verboden radicaal islamitische Hizb–ut Tahrir.De Oezbeekse president Islam Karimov heeft maandag in Rusland met president Vladimir Poetin een bijstandsverdrag ondertekend. Het verdrag wordt gezien als een Russische steunbetuiging aan Karimov, die elders in de wereld wordt bekritiseerd vanwege de hardhandige manier waarop hij de opstand in Andijan heeft laten neerslaan. Afgesproken is dat het ene land het andere militaire bijstand zal verlenen in geval van een aanval. Het verdrag opent ook de mogelijkheid dat de Russen een militaire basis bouwen op Oezbeeks grondgebied.
De opstand van 13 mei in Andijan begon met de bevrijding van de leden van Akramia door een menigte vrienden en aanhangers van de zakenlieden, die naar eigen zeggen helemaal geen banden hebben met radicale moslims. Na de bevrijdingsactie bezette de groep een overheidsgebouw in de stad, waarna zich een menigte demonstranten op het plein voor de deur verzamelde. Volgens mensenrechtenorganisaties protesteerden de demonstranten tegen de economische malaise en het beleid van de regering.
De veroordeelden hebben bekend burgers te hebben meegetroond in de demonstratie en toen het vuur te hebben geopend op regeringstroepen. Zij zeiden geld te hebben ontvangen van islamitische terroristen, onder wie de beruchte leider Tohir Yuldosh van de Islamitische Beweging van Turkestan en niet bij naam genoemde ‘buitenlandse vernietigende machten’.
Volgens de Oezbeekse autoriteiten zijn bij het neerslaan van de opstand 187 mensen omgekomen, allen gewapende radicale moslims. Mensenrechtengroepen zeggen echter dat ruim 750 mensen zijn omgekomen toen het leger het vuur opende op de ongewapende menigte demonstranten die voor het bezette overheidsgebouw stond. Volgens de rechtengroepen kan ook geen enkele waarde gehecht worden aan de getuigenissen op het proces omdat zowel de verdachten als de getuigen met marteling tot hun verklaringen zijn gedwongen.
Human Rights Watch heeft aangegeven „ernstige twijfels” te hebben over het verloop van het ‘showproces’. De verdachten hebben volgens HRW geen goede verdediging gekregen en konden niet onder vier ogen met hun advocaten overleggen, die ook nog eens door de staat waren benoemd. Volgens de rechter hebben de verdachten een eerlijk proces gehad.