Misdadigers met bloed aan hun handen in Afghaans parlement
KABUL - Vier jaar na het verdrijven van de Taliban zijn in Afghanistan oorlog en mensenrechtenschendingen nog aan de orde van de dag. Het nieuwe parlement zal daar weinig verandering in kunnen brengen.
Het gaat slecht met de oorlog in Afghanistan en dat heeft zijn weerslag op de ontluikende democratie. De gevechten kostten dit jaar al zo’n 1400 levens. Op 18 september werden parlementsverkiezingen gehouden. Slechts 53 procent van het electoraat ging naar de stembus. Dat is 20 procent minder dan vorig jaar tijdens de presidentsverkiezingen. De samenstelling van het parlement is zo goed als bekend, al laat de officiële uitslag op zich wachten.Vorige week woensdag werd die voor de tweede keer uitgesteld, wegens nader onderzoek. „Er was grootscheepse fraude”, vertelt een VN-medewerker in Kabul, die niet bij naam genoemd wil worden. Zij hield toezicht op het inzamelen van de stemmen in Kandahar. „In sommige stembussen zaten meer dan 900 stembiljetten, terwijl onze medewerkers de bussen verzegelden als 800 kiezers hun stem hadden uitgebracht.”
In een van de stembussen vond ze een satelliettelefoon. Die past met geen mogelijkheid door de smalle gleuf. „Toen ik de stembussen wilde laten onderzoeken, werd ik bedreigd.” Ze zocht een veilig heenkomen bij een Amerikaanse legerbasis, maar werd er geweigerd. Dat er verkiezingen waren, liet de militairen koud. „Het Amerikaanse leger houdt zich niet bezig met wat goed is voor de Afghanen. Ze zijn bezig met oorlogsvoering.”
Vier jaar geleden werd Afghanistan het eerste front in de strijd tegen terrorisme. Het Talibanregime -het wrede, extremistische moslimregime dat onderdak verschafte aan al-Qaida- werd verdreven. Sinds die tijd zijn 20.000 Amerikaanse militairen in het land gelegerd. Er verblijven momenteel meer dan 1000 Nederlandse militairen in Afghanistan. De Taliban zijn actiever dan ooit. Dit jaar zijn al 93 Amerikanen gesneuveld: een verdubbeling vergeleken met vorig jaar. Nederlandse troepen waren al twee keer doelwit van bommen langs de weg. Er vielen geen dodelijke slachtoffers. Gebieden die bekend stonden als veilig worden nu geteisterd door hinderlagen en aanslagen. Het aantal zelfmoordaanslagen neemt toe.
Regeringsgezinde geestelijken, gouverneurs, politieagenten en hulpverleners (vorige maand werden er vijf doodgeschoten bij Kandahar) zijn hun leven niet meer zeker. De Taliban zouden inmiddels contacten hebben met het verzet in Irak. Zelfmoordaanslagen en bommen aan de kant van de weg -beide on-Afghaanse fenomenen- wijzen daar volgens analisten inderdaad op.
Met het verharden van de strijd vermindert het respect voor mensenrechten. Onlangs gingen tv-beelden de wereld over die toonden hoe Amerikaanse militairen de lijken van twee Talibanstrijders verbrandden. Dat is een schending van de Geneefse Conventies, die bepalen dat gesneuvelde strijders behandeld moeten worden volgens hun religie. Volgens islamitische regels moet een lijk binnen 24 uur begraven worden.
Vorige week meldde de Pakistaanse krant The News dat Afghaanse dorpelingen in de provincie Zabul getuigen waren van een nieuwe verbranding van twee Taliban door Amerikaanse militairen. Dit keer levend. Hun dood werd de dorpelingen ten voorbeeld gesteld: wie vecht voor de Taliban wacht een gruwelijk lot. (Het bericht werd niet uit onafhankelijke bron bevestigd.)
Luitenant-generaal der politie Rohani is een kleine man met een grote werkkamer. Hij ontvangt zijn bezoek allerhartelijkst. Zijn eerste woorden spreekt hij in gebrekkig Nederlands. Hij woonde lange tijd in Almere. Vaak zijn agenten doelwit van de Taliban. Afgelopen maand sneuvelden er dertig. „Wij zijn niet bang”, zegt hij. Rohani leidt de nationale politieacademie. Officieren en onderofficieren leren er onder meer hoe mensenrechten te respecteren, verzekert hij.
Maar die lessen worden niet altijd in de praktijk gebracht. Een inwoner van Kabul vertelde hoe hij onder bedreiging de politie 1000 dollar moest betalen na een auto-ongeluk. Anders wachtte hem de gevangenis. De generaal hoort het gelaten aan. „Wij zijn in dit land bezig met een revolutie”, zegt hij. „We worden belaagd door gewapende extremisten. Mensenrechten zijn belangrijk. Maar je moet ze desnoods overtreden om de revolutie doorgang te laten vinden. Dat gebeurt overal ter wereld.”
Volgens een twee weken geleden gepubliceerd rapport van de Mensenrechtencommissie van de VN worden „mensenrechtenschendingen nog steeds straffeloos begaan door gewapende machthebbers in vele delen van het land.” Het rapport stelt bovendien dat „marteling nog steeds de gewoonte is om bekentenissen te verkrijgen.”
De definitieve uitslag van de Afghaanse parlementsverkiezingen, die in september werden gehouden, is zaterdag eindelijk bekendgemaakt. De verkiezingsuitslag had vorige maand al bekend moeten zijn, maar de bekendmaking is vanwege verschillende onderzoeken naar veronderstelde fraude meerdere malen uitgesteld.
Bijna alle winnaars deden als onafhankelijke kandidaat mee aan de verkiezingen, zodat moeilijk is vast te stellen waar in het parlement de macht komt te liggen. Analisten menen echter dat de aanhangers van president Hamid Karzai in de meerderheid zijn.
Een kwart van de parlementszetels was gereserveerd voor vrouwen. Hun aandeel is daarmee groter dan in menig westerse volksvertegenwoordiging. Vrouwen zijn belangrijk in de Afghaanse democratie: zij hebben geen bloed aan hun handen. In het parlement worden zij echter overtroffen door voormalig krijgsheren, religieuze extremisten en drugsbaronnen. Die gaan de helft van de parlementszetels bezetten. Ook de gevreesde krijgsheer Ustad Abdrab Alrasoul Sayaf, ooit een bondgenoot van Osama bin Laden, heeft een zetel gewonnen. Evenals enkele oud-Talibancommandanten. Zij worden door mensenrechtenorganisaties beschuldigd van ernstige oorlogsmisdaden.
Hoe moet het geplaagde Afghanistan een geloofwaardig begin maken met de democratie nu notoire misdadigers in het parlement zijn gekozen? Joanna Nathan, onderzoekster van de onafhankelijke ”International Crisis Group” in Kabul, heeft er weinig vertrouwen in. „De hoeveelheid mensen met bloed aan hun handen in de nieuwe organen is symptomatisch voor een systeem dat ervoor heeft gekozen zulke figuren te vriend te houden. Nu kunnen ze zichzelf amnestie geven. Er is een vals gevoel van stabiliteit gecreëerd. De mensen denken: als de internationale gemeenschap niet opstaat tegen de krijgsheren, is er dan wel hoop voor dit land?”