Meten met twee maten
Het rommelde deze week behoorlijk in Rotterdam, althans, op het terrein van de lokale politiek. Wethouder Pastors van Leefbaar Rotterdam werd met een motie van wantrouwen gedwongen tot aftreden.
Reden was dat Pastors een afspraak die in april van dit jaar was gemaakt, had geschonden. Toen kwam hij met wethouder Geluk van Integratie overeen geen uitspraken meer te doen over islamieten, omdat moslimzaken onderdeel is van de portefeuille van zijn collega.Aanleiding was dat Pastors de moslims „idioten” had genoemd. Die kwalificatie werkt de integratie van minderheden niet in de hand en is stigmatiserend, zo oordeelde de raad van de Maasstad.
De afspraak zich voortaan niet meer uit te spreken over moslims heeft Pastors volgens de meerderheid van de gemeenteraad geschonden. In een parochieblad poneerde hij recent dat aanhangers van de islam -in tegenstelling tot Antillianen en Kaapverdianen- hun godsdienst gebruiken om hun (wan)gedrag te verklaren en te rechtvaardigen. Die stellingname is voor de Rotterdamse raad onaanvaardbaar en daarom moest Pastors het veld ruimen.
Duidelijk mag zijn dat de wethouder de grenzen van het welvoeglijke en toelaatbare bewust opzoekt om zijn zorg en ongenoegen omtrent moslimgroepen te ventileren. Zijn uitspraken zijn beslist geen voorbeelden ter navolging.
Politieke kwesties en problemen in de samenleving mogen en moeten in heldere taal benoemd worden, maar daarbij geldt wel dat respect het uitgangspunt dient te zijn. Daar heeft Pastors kennelijk moeite mee.
Maar tegelijk valt te constateren dat de meerderheid van de Rotterdamse raad wel erg selectief te werk gaat. De raadsmeerderheid heeft nu Pastors de mond gesnoerd.
Echter, de partijen die hem lieten vallen, eren de vorig jaar op gruwelijke wijze vermoorde Theo van Gogh tegelijkertijd als de martelaar van het vrije woord. Terwijl Van Gogh veel gewaagder uitspraken heeft gedaan over moslims dan Pastors. Dat is meten met twee maten.
De Rotterdamse raadsleden zijn daarin niet uniek. Veel opinieleiders en politici buiten de Maasstad zingen luidkeels in hetzelfde koor mee. Vanwaar die hypocrisie?
Ongetwijfeld spelen politieke motieven een rol. De gemeenteraadsverkiezingen van maart volgend jaar werpen hun schaduwen vooruit. Mede met het oog daarop profileerde Pastors zich als lijsttrekker van Leefbaar Rotterdam door de gewraakte uitspraken te doen. Zijn opponenten willen daarentegen niet als moslimsvijanden te boek staan en keerden zich tegen de „populist van Rotterdam.” Ook met het oog op de verkiezingen.
Behalve electorale overwegingen zijn er ook andere factoren in het geding. Vanwege de terreurdreiging die van geradicaliseerde islamieten uitgaat, zijn veel leidslieden zeer terughoudend in hun kritiek op moslims. Je weet immers maar nooit waar de kritiek toe leidt.
Dat gevaar bestaat zeker. Toch dienen politici en opinieleiders zich te realiseren dat ze met het volgen van die strategie in belangrijke mate terrein hebben prijsgegeven.
De kritiek van moslims op democraten in West-Europa is vooral dat deze mensen zo weinig principieel zijn. „Zodra je een grote mond opzet, kruipen Europeanen in hun schulp en proberen je te paaien met een begripvolle houding jegens ons”, zei een radicale jongere onlangs in deze krant.
Integratie binnen een democratisch bestel betekent op respectvolle wijze een stevig debat aangaan, waarbij standpunten en pijnpunten benoemd worden. Te veel politici deinzen daarvoor terug en geven het heft uit handen aan enerzijds radicale moslims en anderzijds populistische politici.