„Wij moeten ons op een Europese manier gedragen”
NICOSIA - „Ik geloof in multiculturalisme, in het samenleven van verschillende bevolkingsgroepen, in respect voor elkaars overtuiging en levenswijze. Het ruimtelijk scheiden van mensen is niet de manier om met etnische en religieuze verschillen om te gaan. Wij zijn nu lid van de EU en dat betekent dat wij ons op een moderne, Europese manier moeten gedragen.”
Aan het woord is Erato Kozakou-Marcoulis, voorheen ambassadeur van Cyprus in de VS. Zij is thans directeur van de afdeling op het Grieks-Cypriotische ministerie van Buitenlandse Zaken die zich met de kwestie Cyprus bezig houdt. „We hebben een goed opgeleide bevolking en dienen een nieuwe mentaliteit op het eiland te bevorderen”, vervolgt hij.De grondfout is volgens haar geweest dat de constitutie van 1960 primair uitging van een verdeelde bevolking. Dat was ook een unieke grondwet, omdat hij nooit door het volk van Cyprus is aanvaard. De twee zogenaamde moederlanden, Griekenland en Turkije, en het Verenigd Koninkrijk als de koloniale mogendheid hadden met elkaar een grondwet opgesteld. Die hadden de Cyprioten te accepteren.
Daarin was steeds sprake van speciale rechten voor Grieken en Turken. Men sprak niet eens van Grieks-Cyprioten en Turks-Cyprioten. Er werd zelfs vastgelegd dat de twee bevolkingsgroepen naast de Cypriotische vlag de vlaggen van hun moederland (Griekenland of Turkije) mochten gebruiken.
„Dat de twee bevolkingsgroepen trots zijn op hun culturele erfenis, daar is niets op tegen. Dat vind je in andere landen ook. Er zal echter nog veel moeten veranderen aan de mentaliteit van de bevolking voordat wij ons op Cyprus allereerst Cyprioot voelen.”
Maar hebben de Grieken en de Turken niet een lange geschiedenis van onderlinge tegenstellingen en conflicten? „In de Ottomaanse tijd waren er nauwelijks conflicten tussen de twee bevolkingsgroepen. Men verzette zich gezamenlijk tegen de vaak corrupte regeerders van het eiland. Er waren ook tal van dorpen met een gemengde bevolking, waarbij de kerk naast de moskee stond. Men respecteerde elkaars godsdienst. Op het gebied van de folklore hadden de Griekse en de Turkse bevolkingsgroepen veel gemeen”, aldus de voormalige ambassadeur.
Heeft het streven naar aansluiting bij Griekenland niet veel kwaad bloed gezet bij de Turkse minderheid? „Je moet dat in een historisch kader zien”, zo luidt haar antwoord. „Het ene na het andere eiland met een overwegend Griekse bevolking had zich in de loop der jaren bij Griekenland aangesloten. Op basis van het zelfbeschikkingsrecht der volken, zoals dat door de VN was geaccepteerd, bepleitten de Grieks-Cyprioten aansluiting bij Griekenland. Zij voelden zich immers Grieken. Ze hadden dezelfde taal en dezelfde godsdienst. Vandaag is er geen enkele politieke partij op Cyprus die aansluiting bij Griekenland in haar program heeft staan.”
Nu biedt de meerderheidsregel die in een democratie geldt, voor een minderheid geen oplossing voor haar problemen. Zij verliest het immers altijd. „Daarvoor hebben we de federatieve gedachte geaccepteerd. Omdat Canada een federatie is, kunnen de Engels- en de Franssprekenden in één staatsverband samenleven. En voor België geldt hetzelfde. Het was voor ons een heel grote concessie om dat te accepteren. In het verleden was er immers geen geografische scheiding van de beide gemeenschappen op Cyprus. Wij zijn nu bereid tot een federatief verband van de twee gebieden en de twee gemeenschappen.
Ons probleem met de andere kant is dat zij twee staten wilden of een confederatie waarbij de beide delen van het eiland slechts los met elkaar verbonden zijn. Confederaties zoals destijds de Verenigde Arabische Republiek (Egypte en Syrië) blijken echter niet te werken. Wij willen een echt federaal systeem met een sterk federaal bestuur en autonomie over die terreinen waarvoor we dat overeengekomen zijn”, aldus Kozakou.
„Op het punt van de constitutionele structuur wil ik niet zeggen dat het plan van Annan onaanvaardbaar was”, zo stelt zij. „Onaanvaardbaar waren de regelingen die de veiligheid moesten garanderen. Ook de tijdschema’s ten aanzien van de terugkeer van de vluchtelingen en de terugtrekking van de Turkse strijdkrachten riepen veel bezwaren op. Dat leidde ertoe dat de Grieks-Cyprioten het Annan-plan verwierpen.”
Of er nu in werkelijkheid veel vluchtelingen terug zullen gaan, is volgens haar niet het belangrijkste. Het gaat er om dat zij een fundamenteel recht hebben om terug te keren. „Toen ik ambassadeur was in Amerika viel mij op dat mensen daar geen diepe wortels hebben. Hier is dat anders. Mensen zijn in hoge mate verbonden met hun geboortestreek. Daar voelen ze zich thuis. Als ze garanties krijgen voor hun veiligheid en daar een normaal leven kunnen leiden, denk ik dat veel vluchtelingen zullen teruggaan.
Na het vertrek van Denktash heeft Turks-Cyprus een nieuw leiderschap gekregen. Een groeiend aantal Turkse Cyprioten wil uit het isolement. Maar de autoriteiten van Turks-Cyprus moeten opereren onder de supervisie van 36.000 Turkse militairen. Die beheersen in werkelijkheid het gebied. Dat beperkt de manoeuvreerruimte van de nieuwe president Talat in hoge mate.
De kwestie Cyprus behoort tot de exclusieve zeggenschap van het Turkse leger. De zakenwereld in Turkije zit echter op een andere lijn. Die zou het Turkse embargo op het scheepvaart- en het vliegverkeer met de Republiek Cyprus liefst zo gauw mogelijk opheffen”, aldus Kozakou.
Dit is het zevende deel in een serie artikelen over Cyprus.