Zegveld is „blij verrast" over de recente uitspraak van de bestuursrechter in Den Haag. Die stelde onlangs een ex–Dutchbatter in het gelijk in zijn strijd om erkenning van de aansprakelijkheid van Defensie voor de onvoldoende voorbereiding op de missie in Srebrenica in 1995.Zegveld: „Defensie heeft alle verantwoordelijkheid altijd verre van zich geschoven, maar de rechter stelt nu dat er wel degelijk een eigen verantwoordelijkheid was, ook al viel Dutchbat onder VN–commando".

Zegveld vertegenwoordigt in een civiele bodemprocedure tegen de Staat een groep nabestaanden van in Srebrenica door het Bosnisch–Servische leger vermoorde moslims, onder wie toenmalig VN–tolk Hasan Nuhanovic. Hij verloor na de val van de enclave zijn ouders en zijn jongere broer. Nuhanovic en de familie Mustafic vinden dat Dutchbat onvoldoende heeft gedaan om zo veel mogelijk mensen te redden en willen een schadevergoeding van Nederland. Bij de genocide in Srebrenica werden meer dan 7500 moslims vermoord.

Zegveld wijst er op dat de bestuursrechter in Den Haag in de zaak van de 29–jarige Dutchtbatter met chronische psychische klachten de aansprakelijkheid bij Defensie legt. „Maar de rechter houdt Defensie ook verantwoordelijk voor het gebrek aan brandstof en voedsel bij Dutchbat in de enclave. Bovendien zegt de rechter dat Nederland te veel heeft vertrouwd op luchtsteun van andere landen", aldus Zegveld.

De civiele bodemprocedure die de nabestaanden van Srebrenica–slachtoffers tegen Nederland gaan voeren moet nog beginnen. Het is nog niet duidelijk welk schadebedrag ze zullen eisen.