Leger aansprakelijk voor leed Dutchbat
DEN HAAG (ANP) - De rechtbank in Den Haag houdt Defensie verantwoordelijk én aansprakelijk voor de psychische schade die een Dutchbatter tijdens de val van de moslimenclave Srebrenica in 1995 heeft opgelopen. Dat blijkt uit een recente uitspraak van de bestuursrechter in Den Haag.
De ex-militair heeft jarenlang geprocedeerd tegen Defensie. Hij wilde erkend zien dat Defensie de militairen zonder een goede analyse van de risico’s, met een te beperkt mandaat en met onvoldoende middelen naar Srebrenica had gestuurd.De inmiddels 29-jarige ex-militair uit de provincie Zeeland was in 1995 een 19-jarige pionier-verkenner die van januari tot na de inname van de safe area door het Bosnisch-Servische leger met Dutchbat III in Srebrenica zat. Na de val vermoordden de Bosnische Serviërs meer dan 7000 moslims. De Nederlanders konden de massamoord niet voorkomen.
De Dutchbatter liep traumatische ervaringen op tijdens de dagen van de inname in juli 1995, onder meer door een mortierinslag in zijn directe nabijheid op 11 juli, de dag van de uiteindelijke val van de enclave. Hij kreeg daarna een chronische posttraumatische stressstoornis (PTSS). Behalve erkenning eiste hij ook een schadevergoeding van zijn voormalige werkgever.
Maar Defensie weigerde en de Dutchbatter legde zijn zaak uiteindelijk voor aan de bestuursrechter in Den Haag. Die oordeelde op 1 november dat Defensie verantwoordelijk én aansprakelijk is voor de psychische schade. Defensie moet nu een nieuw besluit nemen over zijn eis tot schadevergoeding.
De rechter stelt in haar uitspraak dat mede uit de vele Srebrenica-rapporten (onder meer van het NIOD en de commissie-Van Kemenade) geconcludeerd moet worden dat Defensie destijds niet aan zijn zorgplicht tegenover de Dutchbatter heeft voldaan. Defensie kan worden aangerekend „dat te zeer is vertrouwd op de beschikbaarheid van luchtsteun, zowel bij bevoorrading als bij terugtrekking uit de enclave.”
Voorzitter J. Kleian van de ACOM, CNV-bond van militairen, is opgetogen over de uitspraak, die hij opmerkelijk noemt. Zijn bond begeleidde de ex-militair de afgelopen jaren. „De rechter slaat de politiek met deze uitspraak links en rechts om de oren”, aldus Kleian.
Hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht G. J. Knoops noemt de uitspraak van de bestuursrechter „zeer opmerkelijk en bijzonder.”
Knoops verdedigde met succes de marinier Eric O. toen die vervolgd werd vanwege een schietincident in Irak waarbij een Irakees werd doodgeschoten. O. werd vrijgesproken door zowel de rechtbank als het gerechtshof in Arnhem.
Knoops schat in dat de uitspraak van de bestuursrechter in Den Haag vergaande consequenties kan hebben voor toekomstige claims van andere Dutchbatters met psychische klachten. Gemiddeld krijgt één op de twintig militairen last van een posttraumatische stressstoornis na een militaire missie, maar bij Dutchbat ligt dat aanzienlijk hoger.
Het ministerie van Defensie laat in een reactie weten de uitspraak te bestuderen, maar „gelet op de militair-operationele aspecten en de mogelijke precedentwerking zeker in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.”