Als er in Nederland een ramp gebeurt, kunnen binnen acht uur tweehonderd militairen ingezet worden voor hulpverlening en na het eerste etmaal zijn er 1500 militairen de klok rond beschikbaar.Behalve bij rampen kunnen de militairen ook optreden bij crises als mond–en–klauwzeer en grootschalige rellen. Ze vallen volledig onder het gezag van Binnenlandse Zaken. Maar Kamp stelde minister Remkes van dat departement wel een paar eisen. Remkes moet alle meerkosten voor de inzet van militairen betalen, hij moet er bovendien voor zorgen dat alle civiele autoriteiten goed geoefend zijn in rampenbestrijding en gecoördineerd werken.

Ook moet Remkes er in de ogen van Kamp voor zorgen dat wetgeving en regels de bijzondere taken van de krijgsmacht toestaan. Als voorbeeld noemde hij de inzet van onbemande vliegtuigen die nu in Nederland verboden is, maar nuttig zou kunnen zijn om een rampgebied in kaart te brengen.

Remkes benadrukte dat het voor hulpdiensten en gemeentelijke autoriteiten heel belangrijk is om de bestrijding van rampen en crises te oefenen, ook om goed te kunnen samenwerken met Defensie. Remkes wil dat Nederland een landelijk multidisciplinair oefencentrum krijgt, waar alle veiligheidsregio’s voortaan hun gezamenlijke oefeningen zouden moeten houden.

Het is de bedoeling dat het oefencentrum op een locatie van Defensie komt. De financiering ervan moet nog worden geregeld. Nu gaan gemeenten geregeld op crisisoefening in Zweden of Noorwegen.

Staatssecretaris Van der Knaap van Defensie zei dat hij 5610 reservisten nodig denkt te hebben om de civiele taken te kunnen ondersteunen. Hij nam de zorgen van de Kamer weg over de vraag wat er gebeurt als ze arbeidsongeschikt raken. Van der Knaap wees erop dat reservisten worden aangesteld als militairen en dat ze dezelfde status als beroepsmilitairen hebben als hen iets overkomt.