Dat maakte minister Remkes (Binnenlandse Zaken) woensdagavond duidelijk tijdens een debat in de Tweede Kamer over de openbaarheid rond topinkomens. Het kabinet bepaalde eerder dat salarissen in de publieke sector niet mogen uitkomen boven de beloning van de premier (130.000 euro). Voor de semipublieke sector (onder meer woningcorporaties) wil het kabinet geen maximumsalaris vastleggen. De Tweede Kamer heeft dat onlangs wel geëist.Remkes maakte woensdag duidelijk dat het kabinet zich nog buigt over een norm, maar deed tot teleurstelling van SP en GroenLinks geen harde toezeggingen. De VVD–bewindsman gaf aan dat openbaarheid „de eerste noodzakelijke stap" is en dat binnen het kabinet nog discussie is over de vraag hoe aan de eis van de Tweede Kamer tegemoet kan worden gekomen. In december komt het kabinet met een antwoord, aldus de VVD–bewindsman.

Hoewel ook Remkes erkende dat openbaarheid niet automatisch tot matiging van topsalarissen leidt, verwees hij wel naar onderzoek dat aantoont dat de groei van de beloningen in de semipublieke sector afneemt. „En dat is goed", zei Remkes.

De terughoudendheid van Remkes riep irritatie op bij de Kamerleden Kant (SP) en Van Gent (GroenLinks) die hem verweten te proberen onder de eis van de Kamer uit te komen. Zij dienden dan ook wijzigingsvoorstellen in om nu al het salaris van de premier als norm vast te leggen. Die kunnen niet op voldoende steun rekenen. De VVD is sowieso tegen normering. Partijen als CDA en ChristenUie willen de stappen van het kabinet afwachten.