Een brief van de Indonesische procureur-generaal Rachman aan de Nederlandse ambassadeur in Jakarta veroorzaakte donderdag grote ophef. In de brief zou staan dat de zaak wegens gebrek aan bewijs is gestaakt, maar bij navraag van het ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dit een verkeerde interpretatie te zijn.

Van Aartsen zei donderdag in de Tweede Kamer dat hij zeer geschrokken was door het bericht omdat het volledig in tegenspraak was met wat zijn Indonesische collega Wirajuda hem dinsdag had verteld.

Van Aartsen kreeg van de Indonesische ambassadeur in Nederland onmiddellijk de bevestiging dat de afspraken van dinsdag nog steeds staan. „De zaak is niet gesloten en de procureur-generaal wacht op de Nederlandse politierechercheur Thiry”, aldus Van Aartsen. Wanneer Thiry precies vertrekt, kon Van Aartsen niet zeggen. „Zo spoedig mogelijk.”

De procureur-generaal zou met de brief aan de Nederlandse ambassadeur in Jakarta alleen hebben willen aangeven dat er voor Indonesië momenteel geen aanleiding is om de zaak aan de rechter voor te leggen, aldus een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

De Nederlandse rechercheur Thiry is nu uitgenodigd om bij de procureur-generaal zijn visie te geven over de bewijzen die hij samen met de Verenigde Naties in een rapport heeft weergegeven. In dat rapport wordt gesteld dat de daders Indonesische militairen zijn. Het gaat om de commandant en een lid van bataljon 745. Thiry zal volgens de woordvoerder op „zeer korte termijn” naar Indonesië reizen.

Thoenes was correspondent in Indonesië voor het Britse dagblad Financial Times en het Nederlandse weekblad Vrij Nederland. Hij werd in september 1999 in de Oost-Timorese hoofdstad Dili vermoord.