Volgens de curator is duidelijk bewezen dat het zelf inmiddels failliete SwissAir kort voor de ondergang van Sabena illegaal winstgevende bedrijfsonderdelen heeft overgeheveld naar Zwitserland. De opbrengst daarvan zit in nog verkoopbare SwissAir-onderdelen. Dat heeft Van Buggenhout gisteren gezegd in het televisieprogramma De Zevende Dag van de Vlaamse publieke omroep VRT.Onder meer door de dit jaar weer aantrekkende markt voor vliegtuigen heeft de curator inmiddels al 450 miljoen euro netto kunnen halen uit de verkoop van Sabena-onderdelen. Vier jaar na het faillissement van Sabena wil hij nu nog gebouwen gaan verkopen. De circa 12.000 personeelsleden die na het faillissement op straat kwamen te staan, zullen daar hun deel van krijgen. De rest gaat naar overige schuldeisers.

SwissAir, dat in 2001 zelf failliet ging, nam in 1995 een minderheidsbelang in het continu verlieslijdende overheidsbedrijf Sabena. De door de Zwitsers aangestelde Sabena-topman Reutlinger heeft volgens de Antwerpse hoogleraar accountancy Jorissen stelselmatig winstgevende activiteiten, onder meer het vrachtvervoer, overgeheveld naar Zwitserland. Daarvoor kreeg hij een flinke premie.

Enkele jaren geleden bleek al dat Sabena nog zwaarder in de problemen was gekomen door de aankoop van tien nieuwe Airbus-vliegtuigen, waaraan eigenlijk geen behoefte was. Volgens diverse experts heeft de top van SwissAir daarvoor commissie opgestreken van Airbus.

Van Buggenhout wil nu via rechtszaken in Zwitserland de nog verkoopbare activiteiten van het vroegere Sabena terugvorderen. Volgens de curator is de rechtsgang in Zwitserland ook nodig om het Zwitserse publiek, dat via overheidssteun in 2000 SwissAir overeind moest houden, bewust te maken van de fraude rond Sabena. In Zwitserland is tot nu toe altijd gesteld dat SwissAir met Sabena een kat in de zak had gekocht, omdat het Belgische bedrijf jarenlang slecht werd geleid.