De Joodse fundamentalist Yigal Amir loste op 4 november 1995 in Tel Aviv drie schoten op Rabin, nadat de premier een toespraak had gehouden bij een vredesmanifestatie. Amir wilde op deze wijze het Oslo-vredesproces stoppen dat onder Rabin was begonnen.Amir werd tot levenslang veroordeeld. Katsav zei donderdag dat hij hem geen gratie zal geven. „Ik zal de straf niet verminderen en ik zal degenen die mij opvolgen aanbevelen hem eveneens gratie te ontzeggen”, aldus de president.

Familieleden van Yigal Amir lieten op een website weten dat ze vinden dat hij vrijgelaten moet worden. De straf van tien jaar is volgens hen voldoende voor de misdaad die hij heeft gepleegd. Twintig procent van het Israëlische publiek gelooft ook dat Amir gratie verdient, aldus een opiniepeiling van het dagblad Yediot Ahronot.

Volgens berichten in de Israëlische media wil Rabins moordenaar een heropening van het proces aanvragen omdat de premier zou zijn gedood door een derde kogel die van zeer dichtbij zou zijn afgevuurd. Dit schot zou hij niet hebben gelost.

Eerder dit jaar verwierp het hooggerechtshof Amirs verzoek om huwelijksrechten te ontvangen. Hij zegt hij dat per volmacht getrouwd is met de filosofe Larisa Trimbobler.

De man die verantwoordelijk was voor de veiligheid van Rabin, voormalig hoofd van de veiligheidsdienst Carmi Gillon, zei zondag in de krant Yediot Ahronot dat Rabins lijfwachten Yigal Amir onmiddellijk „als een hond” hadden moeten doodschieten.

De herdenking donderdag in de presidentswoning vormde het begin van tientallen ceremonies waarmee Israël de politieke moord herdenkt. Familieleden en vrienden van Rabin hielden vanmorgen een ceremonie bij zijn graf op de Herzl-berg in Jeruzalem. Voor volgende week zaterdag is op het Rabin Plein in Tel Aviv -de pek waar de politicus werd neergeschoten- een grote manifestatie gepland in het bijzijn van de voormalige Amerikaanse president Bill Clinton.

Op 14 november wordt in Tel Aviv het Yitschak Rabin Centrum geopend. Op de gastenlijst staan Bill Clinton en zijn vrouw senator Hillary, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice en buitenlandse delegaties.

Israëliërs vrezen een nieuwe moord op een politicus. Dat bleek bij een opinieonderzoek van het Instituut voor Democratie in Jeruzalem, dat gisteren eveneens in de ambtwoning van de president werd gepubliceerd. Van de ondervraagden gelooft 84 procent dat er opnieuw een politicus kan worden vermoord en 34 procent acht zelfs dat het „vrij zeker” is dat zal gebeuren.

De ongerustheid komt na een bewogen zomer, waarin premier Ariël Sharon alle nederzettingen in de Gazastrook en vier op de Westelijke Jordaanoever liet ontmantelen. Ultrarechtse activisten spraken zelfs een vloekgebed tegen hem uit, waarbij ze vroegen om zijn dood.

Uit de opiniepeiling blijkt ook dat ruim driekwart van de ondervraagden de moord op Yitschak Rabin beschouwt als de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van Israël.

Defensieminister Shaul Mofaz zei maandag op een militaire herdenking in Ashdod dat zijn land blijkbaar niets geleerd heeft. Hij zei dat de wetschendingen en uitingen van vijandschap tegen staat, militairen en leiders voortduren en mogelijk erger worden, aldus de krant Yediot Ahronot.

De dag daarvoor hekelde hij bij een kabinetsvergadering het gedrag van de „heuveltopjeugd” - ultrarechtse Joodse jongeren die zich land toe-eigenen op heuvels op de Westelijke Jordaanoever zonder overheidstoestemming. Vorige week vielen tientallen jongeren de militairen aan die hen kwamen verwijderen van vijf illegale posten.

Openlijke haat tegen vice-premier Shimon Peres blijkt op de website van de samenzweringstheoreticus Barry Chamish. Hij en David Rutstein, die zeggen inwoners van Israël te zijn, stellen dat Peres achter de moord op Rabin zit en zij roepen op hem te vervolgen.