Nostra Aetate als omwenteling
JERUZALEM - Nostra Aetate, de verklaring waarin de Rooms-Katholieke Kerk in 1965 een andere standpunt aannam ten opzichte van de joden, was een keerpunt in de betrekkingen tussen joden en rooms-katholieken. Beide groepen moeten echter nog veel werk verrichten om de relaties verder te verbeteren.
De driedaagse conferentie op de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem over ”Nostra Aetate: oorsprong, afkondiging en uitwerking op joods-katholieke betrekkingen” werd gisteravond met deze woorden afgesloten.Op initiatief van paus Johannes XXIII kondigde het Vaticaan in oktober 1965 aan het slot van het Tweede Vaticaanse Concilie Nostra Aetate (In onze tijd) af. De verklaring gaat in op de relatie van de Rooms-Katholieke Kerk met niet-christelijke godsdiensten. Het vierde deel is gewijd aan de verhouding met het joodse volk. Met het document brak de kerk met haar verleden: Joden zouden niet langer worden verguisd, maar geaccepteerd als verbondsvolk van God.
Rabbijn David Rosen sprak tijdens de conferentie van „een van de grootste ideologische revoluties in de geschiedenis van de mens.” De Rooms-Katholieke Kerk verwierp het joodse volk niet langer, „maar zag het als essentieel deel van Gods doel met de mensheid door een verbond dat nooit is opgeheven en als een diepgeliefde oudere broer van de kerk, zonder wie men zichzelf niet eens kan verstaan.”
Rosen wees er echter ook op dat in de toekomst duidelijkheid moet ontstaan over zending onder de joden en „de uitnodiging” tot het christelijke geloof. Voor joden houdt acceptatie in dat christenen hun zendingspogingen onder hen staken, zei hij.
Verder stelde hij dat er nog veel te verbeteren is op het gebied van onderwijs. In de VS, waar bloeiende joodse gemeenschappen leven naast bloeiende rooms-katholieke, bestaat weliswaar een onderwijsprogramma „waarbij nonnen en priesters joodse scholen binnengaan en rabbijnen christelijke scholen bezoeken, om over judaïsme en joods-christelijke relaties te praten.”
Maar in andere landen moet de kerk er volgens hem aan werken om de verklaring in het onderwijs te introduceren. Hij noemde het „enigzins belachelijk” dat Nostra Aetate en de documenten die in zijn kielzog zijn verschenen, geen verplichte leeronderdelen zijn bij de priesteropleiding.
Ook in Israël is te weinig aandacht aan de verbetering van de relaties besteed. Rosen schat dat 90 procent van de Israëliërs nooit „een moderne christen” heeft ontmoet. Als Israëliërs naar het buitenland reizen, ontmoeten ze de ander niet als christen maar als niet-jood. In het gunstigste geval ontbreekt volgens hem op Israëlische scholen het onderwijs over christenen, in het ergste geval worden christenen gedemoniseerd. „Dit had natuurlijk een basis in de realiteit, maar die is vandaag geheel anders.”
Kardinaal Walter Kasper uit Rome zei dat in Nostra Aetate weliswaar ook de verhouding met andere godsdiensten wordt besproken, maar dat zijn kerk met de joden een unieke relatie heeft. Hij vindt dat in de komende jaren christenen meer aandacht moeten geven aan de theologie van het jodendom en dat er samenwerking moet ontstaan omdat joden en christenen de Tien Geboden met elkaar gemeen hebben. „We kunnen samen in actie komen ten gunste van menselijke waardigheid, mensenrechten, gezinswaarden, de heiligheid van het leven en gerechtigheid en vrede in de wereld.” Volgens Kasper is er al veel veranderd in het onderwijs van de kerk, „maar we zijn slechts bij het begin van het begin. Dat kan niet anders: Na zo’n lange, complexe en moeilijke geschiedenis kunnen we in veertig jaar niet alle problemen oplossen.” Het Centrum voor de Studie van het Christendom van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem organiseerde de driedaagse conferentie in samenwerking met de Johannes XXIII Stichting voor Religieuze Studies in het Italiaanse Bologna. Tijdens de bijeenkomst presenteerden wetenschappers uit acht landen zestien lezingen. Prof. Guy Stroumsa, verbonden als hoogleraar in vergelijkende godsdienstwetenschappen aan de Hebreeuwse Universiteit, zei dat het centrum de conferentie organiseerde omdat er veertig jaar geleden niet alleen een belangrijke verandering ontstond tussen katholieken en joden, maar ook tussen christenen en joden in het algemeen. „Als historici proberen we de gevolgen van deze belangrijke verandering voor de christelijke wereld te begrijpen.”