Dat blijkt uit de jaarlijkse EKO-telling van Milieudefensie en de Koffiecoalitie. Supermarktkoepel CBL begrijpt de negatieve toonzetting van Milieudefensie niet.„Sinds het losbarsten van de prijzenslag bezuinigen diverse ketens op de kwaliteit van hun aanbod”, stelden de twee organisaties dinsdag. En die ontwikkeling is „funest” voor de vaak wat duurdere, biologische waar. De supermarkten Albert Heijn, Vomar en Golf haalden het afgelopen jaar de meeste bioproducten uit de winkels: ongeveer dertig. Albert Heijn scoort overigens wel het best wat betreft de sociaal verantwoorde koffie.

Milieudefensie en de Koffiecoalitie prijzen de winkels van Dirk van den Broek, die hun biologische assortiment bijna verdubbelden. Koploper in Nederland is voor de vierde keer de winkel van Coop Dunnink in het Drentse De Wijk. Hier liggen 439 bioproducten in de schappen.

De Nederlandse score steekt volgens de twee organisaties schril af tegen die van de koplopers in omringende landen. Die bieden hun klanten „1100 à 1400” bioproducten aan.

De supermarktkoepel CBL is het niet eens met de bevindingen. Het CBL vindt de negatieve toonzetting van Milieudefensie over het aanbod van biologische producten onbegrijpelijk. De feiten zijn volgens de supermarkten anders. De omzet van biologische producten blijft stijgen.

De algemene biologische omzet is gestegen van 1,8 procent naar 2 procent van de totale omzet in voedingsmiddelen in supers. Bovendien is het volume van biologische producten sterker gestegen dan de omzet. De prijzen van biologische producten zijn laag. Supermarkten zijn het grootste verkoopkanaal van biologische producten.

Het percentage voor de bioproducten is slechts in verhouding iets gestegen omdat de uitgaven aan de gewone levensmiddelen zijn gedaald, nuanceert Milieudefensie de stijging.

Terwijl de consequenties van de prijzenoorlog voor het productaanbod zichtbaar worden, zijn de gevolgen voor boeren en tuinders minder duidelijk vast te stellen. De Tweede Kamer heeft daarom gisteren met algemene stemmen een motie van de Kamerleden Van Velzen (SP) en Atsma (CDA) aangenomen, waarin deze pleiten voor een nader onderzoek naar die gevolgen.

Onderzoek dat tot dusver werd uitgevoerd, gaf volgens hen geen goed inzicht. Veel agrariërs zijn mede-eigenaar van coöperaties die de producten verwerken, en dat was niet bij het onderzoek betrokken. Ook de coöperaties ondervinden de gevolgen van de prijzenoorlog en dat drukt het inkomen van de boeren en de tuinders.