„Geef allochtonen gelijke kansen”
AMERSFOORT - De multiculturele samenleving blijft een probleem zolang er grote maatschappelijke verschillen tussen allochtonen en autochtonen bestaan. „Verdraagzaamheid komt pas goed tot haar recht als álle inwoners van een land gelijke kansen hebben om zich tot een goed burger te ontwikkelen.”
Die opvatting ontleent de Amersfoortse filosoof Jan van der Stoep, directeur van het Instituut voor Cultuurethiek (ICE), aan de Fransman Pierre Bourdieu, „wereldwijd een van de toonaangevende sociologen.” Van der Stoep promoveert morgen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op het gedachtegoed van de in 2002 overleden Bourdieu.Van der Stoep heeft de Franse socioloog persoonlijk gekend. „In 2001 heb ik twee maanden bij hem gestudeerd. Als persoon vond ik hem bijzonder integer. Bourdieu had een sterk ontwikkeld arbeidsethos. Hij zei: Als mijn opvattingen waar zijn, dan moet ik de barricaden op. Hij deed dat ook. In de tijd van de Franse spoorwegstakingen beklom Bourdieu zeepkisten om zijn publiek toe te spreken. Hij staat bekend als marxist, maar je zou hem ook een volgeling van Pascal kunnen noemen.”
Niet de culturele, maar de maatschappelijke verschillen tussen autochtonen en allochtonen zijn de hoofdoorzaak van de slechte integratie van minderheden in West-Europa, ontdekte Bourdieu. Van der Stoep deelt die visie. „Je kunt wel roepen dat verschillende bevolkingsgroepen met elkaar op voet van gelijkheid moeten samenleven, maar zolang allochtonen minder mogelijkheden hebben om als burger volledig te participeren, houd je een tweedeling. Wat de overheid moet doen, is het krachtig bevorderen van scholing en maatschappelijke betrokkenheid onder allochtonen. Ook deze mensen moeten zo worden toegerust dat ze de opvattingen die ze van huis uit meekrijgen zelfstandig kunnen beamen of juist afwijzen.”
Volgens Van der Stoep heeft Nederland de achterliggende decennia het belang van emancipatie onder allochtonen onderschat. „We hebben te veel gedacht: Het komt wel goed met de integratie van minderheden. We praten wat met elkaar, we wisselen wat ervaringen uit, en verder geven we anderen vooral de ruimte om hun eigen identiteit te beleven. Op die manier komt het dus niet goed, weten we inmiddels. Bij onderlinge verdraagzaamheid horen rechten, maar ook plichten. Minderheden moeten gelijke kansen hebben om zich tot goede burgers te ontwikkelen, maar ze moeten daartoe ook gestimuleerd worden. Wat dat laatste betreft zijn we te vriendelijk geweest.”
Kunt u een voorbeeld geven?
„We hebben moslims eigen scholen gegeven zonder duidelijk af te spreken dat die scholen hun leerlingen moeten opleiden tot democratische burgers. Dat besef begint nu pas door te dringen. Het toezicht op islamitisch onderwijs verscherpt. Tegelijk treedt de overheid terug. Als gevolg daarvan worden achterstandsscholen aan hun lot overgelaten. Dat is tegenstrijdig.”
Gebeurtenissen als de aanslagen op 11 september en de moord op Theo van Gogh, morgen een jaar geleden, hebben de tegenstellingen tussen allochtonen en autochtonen verscherpt. Wat vindt u van de reactie van onze overheid?
„Na elke aanslag, waar ook ter wereld, volgt stoere taal om de terreurdaad af te wijzen. Tegelijk geven wij moslims in ons land redenen om zich te verzetten tegen onze cultuur vanwege de voortgaande secularisatie. Aan de ene kant zegt de overheid: We moeten respectvol met elkaar omgaan, aan de kant krijgen mensen als Theo van Gogh de ruimte om anderen te kwetsen. Zo’n beleid werkt averechts. Je staat toe dat er wordt gepolariseerd en vervolgens veroordeel je de gevolgen van die polarisatie.”
Wat moeten we leren van terreurdaden als de moord op Van Gogh?
„Dat we met elkaar actief moeten werken aan de multiculturele samenleving. Goed samenleven gaat niet vanzelf. Het is opvallend dat religieus geweld vaak het gevolg is van maatschappelijke onvrede. Daar een einde aan te maken, kost veel moeite. In de tweede plaats: tolerantie is iets anders dan iedereen zijn eigen gang laten gang. Tolerantie is dat je een ander de ruimte geeft voor zijn opvattingen door jezelf haast weg te cijferen. Van die houding zouden wij allemaal meer werk moeten maken.”
Wat is de les van Bourdieu voor nu?
„Bourdieu was een Verlichtingsdenker, maar realiseerde zich dat zijn seculiere opvattingen ook een geloof zijn. Hij zou in de discussie over hoofddoekjes heel genuanceerd zijn geweest. Mensen als Cliteur en Hirsi Ali kunnen nog wat van hem leren.”