Antibiotica vaker voorgeschreven dan nodig
Artsen schrijven snel antibiotica voor. Te snel, vindt dr. Annemiek Akkerman.
Het is weer herfst. Verkoudheden steken de kop op en er klinkt weer gehoest. Meestal gaan deze klachten vanzelf weer over, maar soms gaat iemand ermee naar de huisarts. De ene patiënt krijgt meteen een antibioticumvoorschrift van zijn of haar huisarts, de andere patiënt niet.Veel luchtweginfecties worden door een virus veroorzaakt en genezen niet sneller door het innemen van antibiotica. Over het algemeen zijn antibiotica voor luchtweginfecties alleen nodig voor risicogroepen (bijvoorbeeld oudere patiënten met belangrijke andere ziektes zoals diabetes) en patiënten met ernstige klachten om complicaties te voorkomen.
Het te veel voorschrijven van antibiotica brengt onnodige kosten en bijwerkingen (bijvoorbeeld diarree) met zich mee, daarnaast toename van het aantal consulten en het immuun worden van bacteriën voor antibiotica (antibioticaresistentie). Om de ontwikkeling van antibioticaresistentie te voorkomen is het belangrijk dat er niet te veel antibiotica voorgeschreven worden en dat er niet te veel verschillende soorten antibiotica worden gebruikt. De Raad voor Gezondheidsonderzoek maakt zich zorgen over het feit dat antibioticaresistentie zich sneller zou kunnen gaan ontwikkelen dan er nieuwe soorten antibiotica uitgevonden worden. Het grote risico hiervan is dat levensbedreigende infecties niet meer te behandelen zullen zijn.
Omvang
Hoeveel antibiotica wordt er vandaag de dag eigenlijk voorgeschreven voor luchtwegklachten, welke patiënten krijgen eerder een antibioticumvoorschrift en is dit altijd volgens de nationale richtlijnen?
Uit een onderzoek onder 150 huisartsen uit Midden-Nederland concludeerden we dat een op de drie patiënten die met een luchtwegklacht bij de huisarts komen, een antibioticum krijgt voorgeschreven. Dit percentage verschilde per luchtweginfectie: van ongeveer 20 procent voor patiënten met verkoudheid tot ongeveer 70 procent voor patiënten met voorhoofdsholteontsteking of bronchitis. In absolute zin worden de meeste antibiotica voorgeschreven aan kinderen van 0 tot 5 jaar. Kinderen in deze leeftijdsgroep hebben immers vaak luchtwegklachten. Per consult bekeken krijgen volwassenen tussen de 31 en de 65 het vaakst antibiotica voorgeschreven.
Ongeveer de helft van de antibioticumvoorschriften voor luchtweginfecties is niet volgens de richtlijnen van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Huisartsen wijken vooral af van de richtlijnen als de patiënt nogal ziek is, zelf een antibioticum verwacht of koorts of andere tekenen van een actieve infectie vertoont. Daarnaast zijn drie op de tien antibioticumvoorschriften tweedekeusmiddelen. Huisartsen lijken de verwachtingen van patiënten over het voorschrijven van antibiotica te overschatten. Het is daarom belangrijk dat dit duidelijk ter sprake komt in een consult: wil de patiënt alleen geruststelling dat het vanzelf weer overgaat, misschien een neusspray of echt een antibioticum?
Verbetering
Om het voorschrijven van antibiotica voor luchtweginfecties te verbeteren, zou meer van het bestaande overleg tussen huisartsen en apothekers (FTO-groepen) gebruikgemaakt moeten worden. In deze groepen zouden afspraken over het voorschrijven van antibiotica en eerstekeusmiddelen gemaakt en gecontroleerd kunnen worden, zodat huisartsen steeds vaker alleen antibiotica voorschrijven voor luchtweginfecties wanneer dit strikt noodzakelijk is en eerstekeusmiddelen betreft.
De auteur is dinsdag aan de Universiteit Utrecht gepromoveerd op een onderzoek naar het gebruik van antibiotica.