Overvloedig
Toen Saulus’ gedachten zwanger gingen van moord en zijn hart naar bloed dorstte, meende hij, zo het mogelijk was, de naam der christenen uit te roeien. Hij wilde de gedachte aan een gekruisigde Messias van de aarde uitdelgen.
Toen, ja toen, was de tijd der minne aangebroken en de vervolgde Zaligmaker verkoos Zijn liefde aan hem te openbaren. Hij werd door genade geroepen, met overtuiging geslagen, vergeven en gerechtvaardigd. Hij werd een erfgenaam van de eeuwige zaligheid. Er werd van hem niet geëist aan enige voorwaarde te voldoen. Er staat van hem alleen vermeld dat hij uitermate woedende tegen de christenen was. Zijn eigen pen heeft geschreven dat de genade des Heeren zeer overvloedig in hem was. Toen de zonde vermeerderde, is de genade overvloediger geweest. Hij zegt: „Daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste der zondaren ben, al Zijn lankmoedigheid zou betonen tot een voorbeeld dergenen, die in Hem geloven zullen ten eeuwige leven.”Abraham Booth, predikant te Londen (”De heerschappij der genade”, 1774)