Op zich vindt Donner het goed dat er vanuit de maatschappij kritiek komt op de plannen. Hij begrijpt ook de zorgen die er leven. „Maar het veranderen van het bestaande recht is op zich geen aantasting van de rechtsstaat. Het vermoorden en verminken van onschuldige slachtoffers is dat wel", zei de minister. Volgens hem mag angst voor de eigen veiligheid of de rechten van mensen, waarop minister Pechtold (Bestuurlijke Vernieuwing) had gewezen, geen basis zijn om keuzes te maken. Het gaat erom te kiezen voor het soort samenleving waarin we willen leven, waarbij vertrouwen het sleutelwoord is, aldus Donner. „Uiteindelijk gaat het om overtuiging, betrokkenheid en politieke keuzen".Autochtonen en allochtonen, moslims en niet–moslims moeten volgens Donner samen optrekken om te voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan. De moord op Van Gogh heeft de onderlinge tegenstellingen aangewakkerd, maar leidde volgens de bewindsman ook tot het besef om de toenadering te zoeken. Bovendien was de aanslag de basis voor de discussie over de noodzakelijke maatregelen.

Donner wilde niet direct ingaan op de weerstand van coalitiepartij D66 tegen bepaalde antiterreurplannen, wat bij het CDA weer tot irritatie leidde. Wel zei hij dat het terreurbeleid per definitie inzet van de verkiezingsstrijd zal zijn. Ook wees de minister erop dat de recente maatregelen tegen terreur zijn gesteund door een grote meerderheid in de Tweede Kamer.