In Memoriam: Karin Adelmund (1949-2005)
DEN HAAG - Als het waar is dat er in de politiek steeds meer ruimte komt voor het persoonlijke en het gevoelsmatige, dan was het vrijdag overleden PvdA-kamerlid Adelmund een typisch kind van haar tijd. Zij viel als vakbondsvrouw en politica op door haar gedreven en emotionele optreden.
„Karin Adelmund heeft in haar leven heel wat functies bekleed”, zei PvdA-leider Bos vrijdag in een reactie op haar overlijden. „Maar die functies zijn niet de reden waarom wij haar met warmte herdenken. Nee, haar betekenis zat veeleer in haar gedrevenheid en emotionele wijze van politiek bedrijven.”Die emotie kwam soms met stromen naar buiten, zoals in het Kamerdebat in 1999 waarin ze als staatssecretaris van Onderwijs (1998-2002) de Kamer voorhield dat allochtone leerlingen met sprongen vooruit waren gegaan. Dat sommige fracties dat positieve nieuws niet meteen overnamen, deed haar gemoed zichtbaar volschieten.
Die waterlanders bezorgden haar een plaatsje in het rijtje ”historische huilebalken in de politiek”, maar leverden vooral ook warme reacties op uit het land. „U bent een van de weinige mensen die zich ons lot aantrekken”, schreef een Marokkaanse vrouw. Een ander liet aan „lieve Karin” weten blij te zijn „dat er in de politiek nog mensen zijn.”
Het staatssecretariaat was de hoogste publieke functie die zij in haar leven bekleedde. Daarvóór was ze Kamerlid, namelijk van 1994 tot 1998, een functie die ze nog korte tijd combineerde met het partijvoorzitterschap van de PvdA.
In het parlement voerde ze destijds vooral het woord over de sociale zekerheid, een terrein dat haar gezien haar vakbondsverleden nauw aan het hart lag. Als vice-voorzitter van de FNV had ze begin jaren negentig fel stelling genomen tegen het WAO-beleid van het laatste kabinet-Lubbers, waar haar eigen partij aan deelnam.
Juist daarom had niemand haar overstap naar de politiek verwacht. Velen betwijfelden of zij in de wereld van de politiek, die vaak nog harder is dan de vakbondswereld en waarin nog meer compromissen moeten worden gesloten, zou kunnen overleven. Maar dat bleek mee te vallen. Adelmund was een doorzetter.
Wat haar vooral dreef, zei Wouter Bos vrijdag, „was haar geloof in de kracht van mensen om zelf hun leven vorm te geven.” Dat was volgens de PvdA-leider de rode draad in haar leven: „Mensen helpen grip te krijgen op hun eigen toekomst.”
Dat helpen deed ze met passie en met vaart. Waar haar voorgangster op het departement, haar partijgenoot Netelenbos, urenlang met de Kamer kon debatteren, was Adelmund, gewoonlijk met grote stappen door het gebouw van de Tweede Kamer benend, meestal beduidend sneller klaar. Ze was gewend de dingen recht voor zijn raap te zeggen en had daar zelf ook een verklaring voor: „Ik kom uit een gezin van zes kinderen. Als je aan het woord wou komen, moest je snel zijn.”
In haar laatste jaren als Kamerlid, vanaf mei 2002, hield Adelmund zich bezig met grotestedenbeleid en integratie. Ze was lid van de commissie-Blok, die dertig jaar integratiebeleid onderzocht, en werd voorzitter van de nieuwe kamercommissie voor integratie. Voor Wouter Bos een bewijs dat zij het, na haar staatssecretariaat, niet te min vond om weer het gewone kamerwerk te gaan doen. „Ze ging niet in de Kamer zitten met een houding van: Wanneer komt er eens een leuk baantje voorbij. Ze ging er weer even bevlogen tegenaan als altijd.”