Koerdische rechtbankvoorzitter in proces–Saddam maakt indruk
BAGDAD (AP) – Rizgar Mohammed Amin, de 47–jarige rechter die het Iraakse Speciale Tribunaal voorzit dat Saddam Hussein en zeven andere leden van diens vroegere regime berecht, is een Koerdische jurist die zowel onder het oude bewind als onder het Koerdische zelfbestuur rechter was.Hij is afkomstig uit Sulaimaniyah en werd ongeveer een jaar geleden door leden van de Koerdische regering benaderd om zitting te nemen in het tribunaal, aldus Iraakse functionarissen.
Welke rol zijn Koerdische achtergrond in de selectie van Amin heeft gespeeld is onduidelijk, maar de symbolische waarde is groot, aangezien de Koerden en de sjiieten de twee voornaamste bevolkingsgroepen zijn die door Saddam onder de duim werden gehouden. De zaak waar hij de leiding over heeft, betreft de moord op sjiitische inwoners van het stadje Dujail, waar in 1982 een aanslag werd gepleegd op Saddam.
De naam van de voorzitter van het tribunaal werd kort voor het begin van het proces bekendgemaakt. De identiteit van de vier overige rechters blijft geheim. De andere rechters mogen door de televisiecamera’s bij het proces ook niet in beeld worden gebracht.
„Wie bent u? Ik wil weten wie u bent”, riep Saddam bij de opening van zijn proces. Amin vroeg op zijn beurt aan de verdachte om zich formeel bekend te maken. Saddam weigerde en ging uiteindelijk zitten. Daarop las Amin zijn naam voor, waarbij hem aanduidde als de „voormalige president van Irak.”
Het optreden van Amin was een veelbesproken onderwerp onder Irakezen die het proces op de televisie volgden. Amira Ali, een soennitisch Arabische vrouw in Bagdad, was onder de indruk. „Hij behandelde alle beklaagden met respect. Ik hoop dat ze hem als hoofd van deze rechtbank houden zodat wij van een eerlijk proces verzekerd kunnen zijn.” In het noordelijke Kirkuk was Zainab Wali blij te zien dat een Koerd de leiding had over de berechting van de afgezette dictator. „Het voelt alsof mijn eigen broer Saddam berecht.” Ze vond wel dat Amin de ex–president te veel ruimte gaf om te spreken.
Amin studeerde in 1980 af aan de Universiteit van Bagdad. Hij onderwees recht in zijn woonplaats voor hij tot de rechtbank toetrad. Vervolgens schopte hij het tot vice–president van een regionaal hof van beroep en directeur van de strafkamer van de rechtbank van Kirkuk. In het begin van zijn carrière werkte hij zodoende nog onder het regime van Saddam. Vanaf 1992 echter was het Koerdische noorden van Irak feitelijk autonoom gebied.