Binnenland

„Homo niet meer doodzwijgen”

De Evangelische Omroep (EO) zal het onderwerp homoseksualiteit niet meer uit de weg gaan. Na het hete hangijzer decennialang te hebben gemeden, is het terug in de ether. Maar het zal er anders aan toegaan dan toen. Vooropstaat dat de homoseksuele mens er zijn mag en dat er naar hem wordt geluisterd. „Laten we daarmee beginnen. Daar hebben we nog een leven lang werk aan”, zegt directeur Ad de Boer.

Binnenlandredactie
11 June 2002 10:29Gewijzigd op 13 November 2020 23:37
De Evangelische Omroep zal het onderwerp homoseksualiteit niet meer uit de weg gaan. Vooropstaat dat de homoseksuele mens er zijn mag en dat er naar hem wordt geluisterd. „Laten we daarmee beginnen. Daar hebben we nog een leven lang werk aan”, zegt direct
De Evangelische Omroep zal het onderwerp homoseksualiteit niet meer uit de weg gaan. Vooropstaat dat de homoseksuele mens er zijn mag en dat er naar hem wordt geluisterd. „Laten we daarmee beginnen. Daar hebben we nog een leven lang werk aan”, zegt direct

Dat de EO altijd zweeg over homoseksualiteit is te veel gezegd, maar als het even kon, deed ze aan discussies over het onderwerp niet mee. Na pijnlijke ervaringen in de jaren zeventig was dat in de praktijk het gevolgde beleid. Sinds een jaar is geleidelijk een nieuwe gedragslijn ontwikkeld. Het begon met een column van directeur Ad de Boer in Visie.

Hij stelde zich in het EO-blad de vraag hoe Jezus zou hebben gereageerd op het toenemend geweld tegen homo’s in het algemeen en het pesten van homo’s op scholen in het bijzonder. De Boer nu: „Hij zou helder zijn geweest over homoseksualiteit, maar tegelijk zouden homo’s bij Hem welkom zijn geweest. Ze zouden hebben geproefd dat Hij van hen hield. Komt dat overeen met de houding van christenen vandaag? Als er geweld is tegen homo’s, zijn wij dan de eersten om te zeggen dat dat niet deugt? Als homo’s op scholen gepest worden, zijn christenjongeren dan de eersten die in het geweer komen? Of laten we dat bij voorkeur aan anderen over? Als er geweld tegen homo’s is, is de EO dan de eerste die er in een actualiteitenprogramma aandacht voor vraagt of laten we dat liever aan NOVA over?”

Die vragen golden toch 25 jaar geleden ook?
De Boer: „Onze ervaring in de jaren zeventig was dat het erg moeilijk is homoseksualiteit evenwichtig voor het voetlicht te krijgen. De doorgaande lijn in de Bijbel is dat seksuele omgang van mannen met mannen en vrouwen met vrouwen niet volgens Gods wil is. Als je dat zegt, is het vervolgens ongelooflijk moeilijk te communiceren dat homo’s er mogen zijn, net zo goed als hetero’s. Dat standpunt leidt bijna onvermijdelijk tot karikaturen in de seculiere pers. Dat hebben diverse mensen aan den lijve ervaren, Leen van Dijke voorop. Daaruit is een houding voortgekomen van: Als we het onderwerp kunnen vermijden, vermijden we het.”

Met zo veel zendtijd en periodieken moet het toch niet zo moeilijk zijn die karikatuur te bestrijden?
„Dat hebben we in de jaren zeventig ook stevig gedaan, maar het heeft eerder de karikatuur bevestigd dan doorbroken. We zijn het onderwerp toen gaan vermijden, ook al om onze eerste opdracht, namelijk mensen bereiken met het Evangelie, niet te blokkeren.”

Wat is er dan nu anders?
„Er is een aantal ontwikkelingen waardoor het niet meer verantwoord is die lijn langer te handhaven. Er is sprake van pesterijen van homo’s op scholen, van geweld, dat eerder toe- dan afneemt. Mogen christenen daarover zwijgen?

Een andere ontwikkeling is dat homo’s in het christelijke achterland zich doodgezwegen voelen. Enkele maanden geleden werd ik zeer getroffen door een noodkreet in het RD van een homo uit de kring van de Gereformeerde Bond. Hij voelde zich een pion in de kerkpolitieke strijd rond het inzegenen van homorelaties. In het Nederlands Dagblad lees ik verhalen over ouderlingen die homo zijn. Ik lees een boek van een christelijke gereformeerde predikantsvrouw over haar huwelijk met een homoseksuele man.

Daaruit blijkt dat de vraag hoe wij hebben om te gaan met homo’s, zeer nadrukkelijk aan de orde is. Het zou raar zijn als we het onderwerp blijven doodzwijgen. Dat geeft homo’s het gevoel dat ze niet bestaan. Die reacties hebben we ook wel gehad in de afgelopen jaren. Daarom hebben we in de loop van vorig jaar gezegd: Dat kan niet meer. In het blad Eva is een artikel gepubliceerd over lesbische vrouwen, in de Ronduit-agenda voor scholieren is aangegeven wat je moet doen als je als homo wordt gepest, hoe mensen naar je kijken en hoe God naar je kijkt.”

Wat hebben we nog meer te verwachten?
„We zijn bezig met een aflevering voor het tv-programma Jong. Een groot probleem is wel dat van de zestig jongeren die we benaderd hebben, het overgrote deel niet op tv wil. Dat geeft alleen maar moeite met de familie en de kerk. Die reactie spreekt dus boekdelen. Toch hoop ik dat die uitzending er alsnog zal komen. Verder zullen we met onze actualiteitenrubrieken, en die hebben we er nog al wat, alert moeten zijn. We zullen eerder de eerste dan de laatste dienen te zijn die discriminatie en het pesten van homo’s aan de orde stelt.”

Is de EO-visie op homoseksualiteit ook aan verandering onderhevig?
„Op dat punt geen misverstand. Als ik de Bijbel lees en serieus neem, kan ik tot geen andere conclusie komen dan dat een homoseksuele relatie niet overeenkomt met Gods bedoeling. Die lijn kiezen we als directie nadrukkelijk. Maar waar ik wel eens ziek van wordt, is dat 90 procent van de gesprekken gaat over de vraag of homo’s een seksuele relatie met elkaar mogen hebben? Ik zou veel liever de aandacht richten op de vraag of ze er zijn mogen en hoe we in liefde met hen kunnen omgaan. Laten we daarmee beginnen. Daar hebben we een leven lang werk aan.”

Op de EO-jongerendag was een vrijgemaakt gereformeerde werkgroep van homo’s en lesbiennes met een stand vertegenwoordigd die seksuele relaties niet bij voorbaat afwijst.
„Ja, maar daar staan meer organisaties waarmee ik het niet in alles eens ben. Ik ben het ook niet met het hele CDA-beleid eens, maar die partij heeft ook een stand.”

U zegt dat de homoseksuele mens er zijn mag. Er zijn ook christenen die zeggen: Homoseksualiteit is een ziekte.
„Daar zie ik een verschuiving in. Slechts een enkeling zal nog zeggen: Iedereen die wil, kan ervan genezen worden. Wij zeggen dat in ieder geval niet. De werkelijkheid is dat er heel veel homo’s zijn die dat tot in het diepst van hun wezen zijn en dat altijd zullen blijven. Daar moet je als niet-homo je mond over houden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer