Verbijstering bij PKN over kritiek
UTRECHT - De directeur van het Protestantse Dienstencentrum in Utrecht, Haaije Feenstra, zei donderdagmorgen „verbijsterd” te zijn door de opmerkingen van oud-hoogleraar en registeraccountant M. van Overbeeke over de financiële toestand van de Protestantse Kerk. „Ik ontken niet dat er problemen zijn, maar er staan in zijn memorandum aperte onjuistheden die we met de cijfers kunnen ontkrachten.”
In het interne stuk stelt Van Overbeeke dat de landelijke kerk het huishoudboekje structureel op orde moet krijgen. „De plaatselijke gemeenten kunnen niet meer bijpassen.” Volgens de oud-hoogleraar moet de kerk „wissels omzetten voor de toekomst” en toekomstgerichte afspraken maken. „De discussie moet dan ook gaan over de hoofdlijnen en niet verzanden in details.”Hij noemt „het verstrekte cijferwerk en de analyse van de kerk verhullend ten aanzien van de daadwerkelijke financiële situatie.” Omdat de ontkerkelijking doorgaat en de Protestantse Kerk jaarlijks tienduizenden leden verliest, zal „permanente aanpassing van de Dienstenorganisatie onvermijdelijk blijken. Een eenmalige actie zal niet toereikend blijken te zijn.” De krimpende kerk moet ingrijpende besluiten nemen. „Het zal menskracht gaan kosten”, aldus het memorandum.
Bovendien geeft „de economische bril een nog donkerder beeld dan de financiële bril. Alle inkomsten van de kerk, zoals niet-bestemde rentebaten, zijn op voorhand al geclaimd voor de exploitatie van de Dienstenorganisatie. Noodzakelijke reserveringen voor groot onderhoud worden weggelaten. De werkelijke inkomsten zijn niet toereikend: fictieve inkomsten worden toegevoegd.”
Kritisch
Feenstra, die vorig jaar benoemd werd tot directeur van de landelijke dienstenorganisatie van de PKN, is er trots op dat de Protestantse Kerk een „volstrekt open organisatie” is, zo liet hij donderdagmorgen in een reactie weten. „Wat dat betreft, vind ik het ook helemaal niet erg dat er over de financiële toestand van de kerk gepraat wordt. Onze jaarrekeningen zijn voor iedereen via internet in te zien, dus wij doen geen dingen stiekem. Goed vind ik het ook dat een vereniging als de VKB ons kritisch volgt. Dat moeten ze doen.”
Volgens hem is de verantwoording van de financiën „in een grote kerk als de onze” wel heel gecompliceerd. „De kleine synode moet de financiële gang van zaken in de kerk controleren en omdat ook die synode voor een deel uit leken bestaat als het om financiën gaat, doen we er alles aan om dat inzichtelijk te maken. Ik geef direct toe dat dit niet altijd lukt en dat we dat ook verder moeten verbeteren.”
Feenstra benadrukt dat de Protestantse Kerk een probleem heeft als het gaat om dalende ledentallen en dalende inkomsten. „We hebben in juni zelf de media gezocht om duidelijk te maken dat we vorig jaar een tekort hadden van ruim 1 miljoen euro. Dat tekort heeft ons ook geschokt en we moeten zien waar dat door komt en wat we eraan kunnen doen om dit jaar weer zwarte cijfers te schrijven. Volgens mij is de manier waarop de VKB en Van Overbeeke nu de publiciteit hebben gezocht niet de kerkelijke weg. Ze hadden bij ons en het moderamen van de synode moeten zijn met hun vragen. Dat is de weg. Ik ben verbijsterd over wat er nu gebeurd is en ik vind het ook ongepast.”
Hoe Van Overbeeke aan zijn conclusie komt dat het tekort van de kerk over 2004 niet ruim 1 miljoen euro maar zo’n 7 miljoen euro bedraagt, weet Feenstra niet. „Ik heb nog eens wat zitten rekenen, maar ik kan er geen brood van bakken. Het is apert onjuist. Alle mutaties in vermogen zijn blijkbaar bij elkaar opgeteld. Een voorbeeld. We hebben een fonds gevormd uit een grote nalatenschap die de kerk heeft gekregen, om daarmee het kerkelijk leven in positief-orthodoxe gemeenten op te bouwen. Die nalatenschap zit in een fonds, daar krijgen we rente over en als we uitgaven doen uit dat fonds, dan ziet Van Overbeeke dat als verlies. Maar dat is geen verlies. Dan gebruik je het geld waarvoor het bestemd is. Nou, als je al die mutaties bij elkaar optelt, dan kom je misschien aan het bedrag dat hij noemt. Maar het is dus met de cijfers aan te tonen dat dit niet klopt.”
Ook de opmerking van Van Overbeeke dat de dienstenorganisatie in Utrecht fors is gegroeid in aantal formatieplaatsen, noemt Feenstra „apert en feitelijk” onjuist. „In 2002 hadden wij 540 volledige formatieplaatsen. Nu, in oktober 2005, zijn dat er 390. Dat is geen groei, dat mag duidelijk zijn. Er zijn mensen afgevloeid, er hebben mensen ander werk gekregen. Als je dan zoiets beweert als Van Overbeeke doet, dan vind ik dat een klap in het gezicht van onze medewerkers.”
In het memorandum wordt de indruk gewekt dat de dienstenorganisatie in Utrecht alleen maar geld kost.
Feenstra: „Inderdaad is het zo dat gemeenten een percentage van hun inkomsten afdragen aan de landelijke kerk. Dus kost de dienstenorganisatie geld. Maar dat geld wordt gebruikt om dingen te doen die je gezamenlijk moet doen. Dat wil niet zeggen dat de dienstenorganisatie een eilandje is in de kerk dat zich van niets iets aantrekt. Wat dat betreft hebben Van Overbeeke en ook de VKB het vertrouwen in de kerk geschaad. Dat vind ik kwalijk. De manier waarop nu de pers wordt gezocht, noem ik een manier van stemming creëren. Het hoeft geen betoog dat dit de kerk niet opbouwt.”
U hebt op de vergadering van de kleine synode in juni gezegd dat u er alles aan zult doen om de resultaten voor 2005 in zwarte cijfers te schrijven. Van Overbeeke denkt niet dat dat gaat lukken.
„Ik heb gezegd dat we er alles aan doen om zo mogelijk zwarte cijfers te schrijven. We zetten alles op alles en de stand van zaken is nu dat het in ieder geval lichter rood zal zijn dan vorig jaar, en mogelijk zwart. Daar doen we onze uiterste best voor. Dat zijn we ook verplicht aan onze leden. Mensen geven geld aan de kerk in het vertrouwen dat we daar als kerk de goede dingen mee doen. Dat vertrouwen mogen en willen wij niet beschamen.”
De kleine synode van de Protestantse Kerk vergadert vrijdag in Utrecht onder andere over de jaarrekening van de kerk over 2004. Tijdens een vergadering in juni werd die jaarrekening niet vastgesteld omdat er nogal wat vragen waren bij de afgevaardigden. Ook wordt vrijdag de begroting voor het lopende jaar 2005 vastgesteld.