Hoveniers timmeren aan de weg met tuinprijs
DELFT - Paden die nergens naartoe lopen, leveren minpunten op. De vakjury van het Hoveniers Informatiecentrum (HIC), die de Tuin van het Jaar uitkiest, is kritisch. Dinsdag maakte ze in Delft de winnaar bekend. De eretitel is dit jaar voor een „onalledaagse tuin” in Rotterdam. Met een schelpenpad dat uitkomt bij het kippenhok.
„Het is een afvalrace”, zegt tuinontwerper en hovenier Tom Mosman na de prijsuitreiking. „Het blijft vreselijk spannend.” Zes genomineerden bezetten een rijtje stoelen op het podium, en een voor een verdwijnen ze - met een eerste of tweede prijs bij zich. Totdat de hoofdwinnaar overblijft.Mosmans bedrijf Duotuin in Rotterdam ontwierp de winnende tuin. Hij is in zijn nopjes. „Ik verwachtte niet echt dat ik zou winnen, maar je hoopt het natuurlijk wel.” Vorig jaar viel hij ook in de prijzen, maar nu is hij eerste. „Een geweldig staaltje vakmanschap” noemt de jury de tuin, die met ”groter dan 400 vierkante meter” in de categorie grote tuinen valt.
Voor de zesde keer organiseerde het Hoveniers Informatiecentrum de Tuin van het Jaar-verkiezing. Alle hoveniers- en groenvoorzieningbedrijven die zijn ingeschreven bij het Productschap Tuinbouw kunnen zich daarvoor opgeven. Bij de beoordeling wordt onder meer gelet op de uitwerking van de opdracht -wat was de wens van de eigenaar, hoe creatief en origineel is die uitgevoerd-, de beplanting en de toepassing van dode materialen.
Dit jaar stuurden zestien hoveniers foto’s en plattegronden van hun mooiste tuin in. Vorig jaar waren dat er twintig meer. Reden voor de organisatie om wat nieuwe afspraken te maken voor de toekomst, met het doel meer deelnemers te trekken.
Wat er ook verandert, aan de kwaliteit van de inzendingen mag niet getornd worden. Doel van de verkiezing is namelijk te laten zien wat hoveniers in hun mars hebben. „Wij willen laten zien waar tuinvakmanschap toe in staat is”, aldus Jan Poodt, voorzitter van het HIC. „We organiseren dit in de hoop dat mensen hierdoor kiezen voor de vakhovenier in plaats van voor de beunhaas.”
Tuinieren is hobby nummer één in Nederland, zo wijzen enquêtes uit. Zestig procent van de Nederlanders houdt zich ermee bezig. Daar kan de hovenier op inspringen, meent Gerard de Wagt van de keuringscommissie. „Als klanten een tuin willen aanleggen die nauwelijks onderhoud vraagt, zou de vakman eigenlijk moeten zeggen: Niet doen, meneer, mevrouw. Tuinieren is een ontspannende bezigheid die veel voldoening kan geven. Wat u niet kunt doen, doe ik.”
Overigens is het wel de kunst „de juiste tuin op de juiste plaats bij de juiste persoon neer te zetten.”
Een goede hovenier beheerst volgens De Wagt het hele hoveniersproces, maakt duidelijke afspraken met klanten, heeft groene vingers en specialiseert zich. De Wagt refereert aan een onderzoek van MKB-Nederland, waaruit blijkt dat het aantal vaklui in de tuinsector afneemt. „Dat betekent verlies van kennis en ervaring. Het is dus zaak goede scholing te blijven verzorgen.”
Cees Witjes van het blad Tuin Exclusief maakt zich zorgen over de bekendheid van hoveniers. „Weten mensen nog wel wat een hovenier is? Denken ze soms aan een lakei bij een paleis?”
Knippen en schoffelen gaat de groenvoorzieners goed af, maar timmeren ze nog wel enthousiast aan de weg, vraagt Witjes zich af, verwijzend naar het kleine aantal dat is voorgedragen voor de tuinprijs.
Wat levert zo’n tuinprijs een hovenier op? Positieve publiciteit, zo blijkt uit de reactie van Fons Linders uit Nuenen. Een tuin van hem -in Oirschot- werd vorig jaar de Tuin van het Jaar. Hij kreeg „leuke reacties” en interviews in verschillende tijdschriften, geïllustreerd met fraaie tuinfoto’s. „Ik vind wel dat we er te weinig werk door gekregen hebben. Ik had meer reacties verwacht van mensen die met de tuin bezig waren en dachten: Laten we Linders eens vragen.”
Wel wist de gemeente Eindhoven hem te vinden voor een opdracht in China. Fons Linders Tuinmeesters ontwierp een halve hectare Brabants landschap in Nanking, compleet met molen en boerderij met bakhuisje. „Er zijn al twee tuinders van ons heen geweest. We werden ontvangen als ministers.” Voor het project is op dit moment zo’n 1 miljoen euro beschikbaar.