Gemiddeld staat 69 procent van de weilanden leeg, meldde de stichting Wakker Dier donderdagop grond van haar ”Weilandenonderzoek 2005”.Per provincie lopen de resultaten erg uiteen. Flevolandse boeren laten hun vee nog amper naar buiten: 82 procent van de weilanden staat hier leeg. Het vee in Zuid-Holland snuift het meest de frisse buitenlucht op. In bijna eenderde (31 procent) van de weilanden zijn grazende koeien, schapen en paarden te vinden.

In gemiddeld 14 procent van de Nederlandse weilanden grazen koeien. Schapen en paarden lopen in 8 en 7 procent van de weiden. Wakker Dier bekeek voor de telling ruim 6000 weilanden langs rijkswegen en spoorwegen.

Dat zeven van de tien weilanden in Nederland leegstaan, betekent niet dat hetzelfde deel van het vee op stal blijft. Een deel van de weilanden laat een boer altijd onbegraasd, omdat hij het gras als kuilvoer nodig heeft voor de wintermaanden, legt de stichting uit. „Naar schatting komt nu ongeveer 20 procent van de koeien nooit meer buiten.” Kippen, varkens, eenden, kalkoenen en geiten zijn volgens Wakker Dier zo goed als „achter de staldeuren verdwenen.”

Dat veehouderijen steeds groter worden, wijst de stichting samen met de verkaveling aan als oorzaak van de beperkte weidegang. Hierdoor ontstaan ook de provinciale verschillen. In Flevoland zijn veel grote melkveebedrijven gevestigd. Zuid-Holland kent vooral kleinere veehouderijen. Gecombineerd met de veengrond, waarop de zware grasoogstmachines makkelijk wegzakken, is het voor de Zuid-Hollandse veehouders handiger de koeien zelf het gras van de weilanden af te laten eten, aldus Wakker Dier.