Limburg wil leren van Singapore
MAASTRICHT - De traditionele Limburgse maakindustrie beleeft zware tijden. In een poging uit de economische misère te geraken, zet de zuidelijkste provincie de komende jaren keihard in op de ontwikkeling van biomedische technologie. Hierbij zoekt het aansluiting bij een opvallende partner: Singapore.
Limburg is in last. De eens zo goed geoliede industriemachine hapert er al jaren. De provincie kampt met de effecten van globalisering, de verplaatsing van productie naar lagelonenlanden en een gebrekkig innovatievermogen. Het Maastrichtse Mosa Porselein ging inmiddels op de fles en bedrijven als cementfabriek Enci en autofabrikant Nedcar wisten door flink te snijden in het personeelsbestand vooralsnog aan eenzelfde lot te ontsnappen. In totaal daalde de Limburgse werkgelegenheid de afgelopen drie jaar met een schrikbarende 10 procent.Om het economisch tij te keren, werd in maart een taakgroep opgericht. Hierin proberen vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen, werknemersorganisaties en de overheid de Limburgse economie een innovatieve slinger te geven. De taakgroep stuurt zijn toekomstvisie volgende week naar staatssecretaris van Gennip (Economische Zaken).
Gebrek aan ambitie kan de taakgroep niet worden ontzegd. Zijn doel is de traditionele maakindustrie in Limburg te transformeren tot een heuse kennisindustrie. Rond 2012 moet de belangrijkste pijler hiervan worden gevormd door biomedische technologie.
De provincie ziet zich in dit streven gesterkt door de richting die regionaal belangrijke bedrijven als Philips (met zijn divisie Medische Systemen) en DSM inslaan. Zo transformeert DSM zich langzaam maar zeker van chemiereus tot producent van biomedisch materiaal. Die tak van sport is inmiddels al goed voor zo’n 50 procent van de omzet. Het concern produceert onder meer ultrasterke vezels die worden toegepast in hechtdraad waarmee gescheurde pezen in schouders of knieën kunnen worden geheeld. De vezels bestaan uit polymeren (een soort kunststof) die het lichaam zelf afbreekt.
In het besef dat een sterke kennisbasis cruciaal is om een rol van betekenis te spelen in de medische biotechnologie, zoekt de Limburgse biotechsector aansluiting bij Singapore. Maakte dat land in de jaren negentig al furore door in korte tijd een switch te maken van de traditionele maakindustrie naar een hoogwaardige technologische sector, het biomedische verhaal van Singapore lijkt zo mogelijk een nog grotere successtory.
In 2000 besloot de Singaporese overheid zich te richten op biotechnologie als nieuwe motor van economische groei. Met een investering van 2 miljard euro stampte de overheid in enkele jaren het 200.000 vierkante meter grote Biopolis uit de grond, een hypermodern centrum voor de productie van medicijnen en biomedische apparatuur. En met succes: Biopolis boekt momenteel al een omzet van 5 miljard euro en verwacht dit binnen enkele jaren te verdubbelen.
Om hiervan te leren, bezocht minister Brinkhorst van Economische Zaken eerder dit jaar diverse kennisinstituten in Singapore. In zijn kielzog reisde een Limburgse delegatie van bestuurders en ondernemingen mee, in een poging om samenwerkingsverbanden aan te gaan met biotechnologische bedrijven in het Aziatische land.
In dit verband bracht de grondlegger van Biopolis, Philip Yeo, gistermiddag een tegenbezoek aan het BioPartner Center in Maastricht - een centrum dat op dit moment zo’n twintig startende ondernemingen in de biotechnologie onderzoeksfaciliteiten biedt.
Of uit Yeo’s komst ook daadwerkelijk samenwerkingsverbanden voort zullen komen, is echter nog maar de vraag. Hij bleek gisteren vooral geïnteresseerd te zijn in jonge wetenschappers die in zijn land aan de slag willen. Want, zoals Yeo aangaf, „geld is in Singapore geen probleem, maar we hebben een groot tekort aan goed opgeleide wetenschappers.”
Daarom reist Yeo op dit moment in sneltreinvaart door Europa om waar mogelijk wetenschappers voor zijn land te strikken. Waar die wetenschappers vandaan komen doet er niet toe. „Als je hersens hebt, ben je een Singaporees”, is een van Yeo’s gevleugelde uitspraken. Op dit moment werken er al zo’n 15.000 wetenschappers uit alle landen van de wereld.
Angst dat ook de Limburgse biotechbedrijfjes hun beste krachten kwijtraken aan Singapore, is volgens de oprichter van Biopolis ongegrond. „We komen hier wat mensen lenen, zo moet u het zien. Daar worden kleine Zuid-Nederlandse biotechbedrijfjes op termijn ook beter van.”