Dit stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in een rapport over de dijkverzakking langs het Julianakanaal bij Stein (Limburg) 27 januari vorig jaar, dat dinsdag is gepresenteerd.Dijkbeheerder Rijkswaterstaat werd die middag door een wandelaar gewaarschuwd dat de dijk over 15 meter lengte was verzakt. Bij Stein is de dijk circa 10 meter hoog en op ongeveer 6 meter onder de kruin bleek water uit het talud te komen. Na twee dagen bleek de oorzaak een lekke waterleiding en niet een gat in de dijk, zoals Rijkswaterstaat aanvankelijk dacht.

De OVV deed onderzoek en een van de conclusies is dat de veiligheidsaanpak van de RWS Directie Limburg „te beperkt” is. Volgens de raad ligt dat aan een landelijk probleem. „Voor de totale Rijkswaterstaat-organisatie ontbreekt een onderbouwde veiligheidsaanpak” voor het beheer van regionale waterkeringen, inclusief de leidingen daarin.

Voor primaire waterkeringen zoals zeedijken is die aanpak er wel. Dat bevreemdt de raad, die had verwacht dat RWS „explicieter” rekening zou houden met de verschillende oorzaken voor het bezwijken van zulke keringen, waaronder falende leidingen. De minister van Verkeer wordt verzocht dit verschil in aanpak te onderbouwen en zo nodig concrete eisen te formuleren.

Ook vindt de raad, die wordt geleid door P. van Vollenhoven, dat de Waterleidingmaatschappij Limburg beleid moet maken op dit vlak. Door het toenemend ruimtebeslag en de ouder wordende leiding is het vandaag de dag „niet meer acceptabel” om de problematiek van veilige leidingen en de schade voor derden links te laten liggen.