„Test psychofarmaca niet goed”
Het testen van geneesmiddelen in de psychiatrie (psychofarmaca) voordat zij op de markt komen, schiet tekort. Daardoor kunnen artsen en patiënten voor onaangename verrassingen komen te staan.
Dat stelt J. Stolker in een proefschrift waarop hij 18 juni hoopt te promoveren aan de Universiteit Utrecht.
Het testen gebeurt bij jonge patiënten, veelal mannen. Zij zijn over het algemeen gezond, uitgezonderd de aandoening waarvoor het middel wordt getest. In de praktijk worden psychofarmaca juist vaak gegeven aan mensen die meerdere psychiatrische aandoeningen hebben en soms ook lichamelijk ziek zijn.
De middelen worden tevens vaak voorgeschreven voor andere aandoeningen dan waarvoor zij zijn goedgekeurd. In de psychiatrische praktijk is agressie een belangrijke reden om medicijnen te geven. Geen van de psychofarmaca is hiervoor echter ontwikkeld. Er is weinig bekend over het effect van deze middelen op agressie, aldus Stolker.
Ook krijgen veel patiënten meerdere psychofarmaca tegelijkertijd. Hierdoor lopen zij het risico op storende of gevaarlijke bijwerkingen. Het is bovendien nauwelijks bekend of het voorschrijven van meer middelen tegelijk, effectief is.
Stolker pleit voor meer onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van psychofarmaca in de praktijk.