Het openbaar ministerie wilde „een duidelijk signaal” afgeven dat dit soort groepsgeweld tegen agenten ontoelaatbaar is. „Juist de mensen aan wie onze maatschappij vraagt de orde te handhaven en te voorkomen dat gewelddadigheden plaatsvinden, werden het mikpunt van redeloos geweld”, benadrukte de officier van justitie maandag en woensdag tegenover de 44 supporters uit Groningen.Zij stonden terecht voor openlijke geweldpleging in Breda op 25 februari, de avond voor de wedstrijd. De politierechter oordeelde dat de supporters medeverantwoordelijk zijn zodra ze zich aansluiten bij een groep waarvan ze weten dat die op vechten uit is. De Groningse supporters kwamen in een kennelijke poging te vechten met NAC-supporters tegenover politieagenten te staan. De wetshandhavers werden bestormd, geduwd, geslagen en geschopt. De officier lichtte toe dat een aantal leden van de Groningse groep zich wapende met paraplu’s, biljartkeus, knuppels, glaswerk, stokken, staven, stenen, asbakken en biljartballen.

De vonnissen van de supporters variëren van drie maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf tot tachtig uur werkstraf. Twee supporters die al eerder voor deze feiten met justitie in aanraking waren gekomen, kregen de hoogste straf opgelegd: vier maanden gevangenisstraf, waarvan één voorwaardelijk. Twee supporters kregen vrijspraak vanwege gebrek aan bewijs. Twee supporters moeten later voorkomen.

In totaal werd aan de veertig veroordeelden 28 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, 38 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 2890 uur werkstraf.

Volgende maand staan tientallen NAC-supporters terecht die een dag later, na de wedstrijd, ook geweld gebruikten.