Zoektocht naar houvast in het lijden
Titel: ”Vervlogen dromen, vervulde beloften. Een zoektocht naar houvast in het lijden”
Auteur: Carolyn Ros
Uitgeverij: Gideon, Hoornaar, 2005
ISBN 90 6067 921 0
Pagina’s: 180
Prijs: € 12,50.
Een levensbedreigende ziekte van haar man Johan zet het leven van Carolyn Ros op z’n kop. Nadat hij aan een hersentumor is geopereerd, is Johan niet meer dezelfde als voorheen. In de moeilijke tijd die volgt klampt Carolyn zich vast aan haar trouwbelofte en bidt ze om kracht om haar man weer te leren liefhebben. In ”Vervlogen dromen, vervulde beloften” doet ze verslag van haar „zoektocht naar houvast in het lijden.” Johan, een Nederlander met Schotse voorouders, en Carolyn, een Amerikaanse met Noorse voorouders, trouwen in Japan. In dat land geven ze twee jaar les aan een taleninstituut. In het begin van hun huwelijk maken ze mee dat hun eerste kind, Jozua, zes weken na de geboorte ernstig ziek wordt. Hij lijdt aan hemofilie. De genezing van deze ziekte ervaren de ouders als gebedsverhoring. „God had onze zoon genezen. Dit had in ons leven een stevige basis voor ons geloof gelegd.”
Na twee jaar lesgeven in Japan vestigt het echtpaar zich in Nederland. Een aantal jaren later -het gezin telt inmiddels drie kinderen- blijkt Johan een levensbedreigende hersentumor te hebben. Deze wordt tijdens een gecompliceerde, vijf uur durende operatie verwijderd. De gevolgen zijn enorm. Herkenning ontbreekt, Johans woordenschat is teruggebracht tot honderd woorden en regelmatig krijgt hij epileptische aanvallen. „Terwijl de maanden zich aaneenregen tot seizoenen, moesten we erkennen dat Johan bij ons was teruggekomen als een min of meer autistisch kind, zonder enig uitzicht op verbetering.”
Toch treedt er langzamerhand een keer ten goede op. Na ongeveer een halfjaar heeft Johan weer het idee dat hij deel uitmaakt van een gezin. „Hoewel hij onze namen telkens door elkaar haalde, was ik in elk geval ”tante” of ”moeder”. Af en toe kreeg ik mijn identiteit als ”Carolyn” terug, hoewel het woord ”vrouw” of ”echtgenote” nogal abstract voor hem was.” In die periode vallen Johan en Carolyn terug op de huwelijksbelofte die ze elkaar hebben gegeven. „We hadden een Bron nodig waaruit we konden putten -een Bron groter dan wijzelf. We hadden God nodig om ons te herinneren aan wat we elkaar hadden beloofd.”
Rouwdienst
Hoewel Johans situatie langzaam verbetert, is het leven niet meer zoals het voor zijn ziekte was. Openhartig beschrijft Carolyn Ros de moeite die het haar kost de realiteit onder ogen te zien en te leren leven in een totaal nieuwe situatie. „Eindelijk kwam ik tot het besef dat ik een rouwdienst zou moeten houden voor de Johan die ik ooit had gekend. Het was niet eerlijk dat ik hem, zoals hij nu was, bleef vergelijken met de man die hij was geweest. Ik had herinneringen die hij niet had. Door vergelijkingen te maken, kwelde ik mezelf alleen maar.”
Bij alle frustratie en verdriet zoekt Carolyn haar steun bij God. „Er groeide in mijn hart een diep gebed om Gods hulp en tussenkomst. Ik had Hem al gevraagd of ik Johan trouw mocht blijven. Ik voegde er een ander gebed aan toe -dat ik zou leren hem te eren en te respecteren, en hem uiteindelijk zou leren liefhebben, deze nieuwe man die ik mijn man noemde.”
Ook als Johan langzamerhand de nodige werkzaamheden kan oppakken, blijven moeiten en zorgen het gezin niet bespaard. Carolyn probeert daarbij verder te kijken dan de gebeurtenissen op zichzelf. Telkens probeert ze te ontdekken wat Gods bedoeling daarmee is en hoe Hij haar en haar gezin leidt. Niet voor niets vermeldt ze voorafgaand aan elk hoofdstuk een bijbeltekst. Ze wil steeds weer ontdekken tot welke taak God haar roept en ziet de moeiten die ze meemaakt als een geloofsbeproeving.
Visioenen
Het zijn niet alleen bijbelwoorden die Carolyn in moeilijke omstandigheden steun bieden. Verschillende keren schrijft ze ook over dromen en visioenen die veel voor haar betekenen. Zo zou de Heere haar in een periode van onvruchtbaarheid na de geboorte van hun eerste kind in een visioen duidelijk hebben gemaakt dat ze drie zonen en een dochter zou krijgen, wat uiteindelijk ook gebeurt. En na een opmerkelijke droom in 1995 schrijft Carolyn, „wist ik dat ik iets moest doen om me voor te bereiden op een toekomstige activiteit. Ik vroeg de Heer of Hij mij nog iets meer wilde vertellen. Zijn antwoord was dat ik een opleiding tot tolk/vertaler moest volgen.”
De bijbelvertalingen die Carolyn Ros citeert, de manier waarop ze sommige geloofszaken verwoordt en de regelmatig terugkerende visioenen roepen bij de lezer die van harte in de reformatorische traditie staat soms de nodige vervreemding op. Dat laat onverlet dat de auteur op een eerlijke en soms aangrijpende wijze verslag doet van haar zoektocht naar houvast in het lijden, waarbij ze het uiteindelijk niet van zichzelf verwacht.
Drie mensen uit de evangelische wereld schreven een ”Woord vooraf”. De overvloedige aanbevelingen die daarin staan roepen de vraag op of ze een matige kwaliteit van het boek zelf moeten compenseren. Dat blijkt niet het geval. De uitgever kan deze hinderlijke drempel bij een eventuele volgende druk rustig achterwege laten, zodat de lezer meteen aan het verhaal van Carolyn Ros kan beginnen. Dan kan deze gaandeweg zelf ontdekken wat dit boek met hem doet, in plaats van eerst in een ”Woord vooraf” te moeten lezen dat deze uitgave „iedereen bemoedigen zal die, net als Carolyn, dingen te dragen krijgt die niet alleen te dragen zijn.”